Thomas 1
Jezus zeide tot zijn discipelen: Maak een gelijkenis over mij en zeg mij op wie ik gelijk. Simon Petrus zeide tot hem: Gij zijt een rechtvaardige engel. Mattheüs zeide tot hem: Gij zijt een wijze, verstandige man. Thomas zeide tot hem: Meester, mijn mond zal in het geheel niet kunnen bevatten, dat ik zeg op wie gij gelijkt.Jezus zeide: Ik ben uw meester niet, daar gij gedronken hebt, u bedronken hebt, uit de opwellende bron die ik heb uitgemeten. En hij nam hem, hij trok zich terug, hij sprak tot hem drie woorden. Toen nu Thomas kwam tot zijn metgezellen, vroegen zij hem: Wat heeft Jezus u gezegd? Thomas zeide tot hen: Als ik u een van de woorden zeg, welke hij mij zeide, zult ge stenen opnemen en op mij werpen; en vuur zal komen uit de stenen en u verbranden.
Jezus zal zeker geweten hebben hoe het gesteld was met zijn discipelen. Hoe de meesten onzelfstandig waren en geen werkelijk inzicht hadden in de goddelijke natuur van hun meester. Het is dan ook niet dat hij een steekproef wilde nemen hoe zij nu eigenlijk tegenover hem stonden. Maar of zij zich bewust waren geworden door de mogelijkheid tot inzicht die hen was geboden. Want als men hem niet kent of herkent naar zijn goddelijke afkomst, herkent men zich zelf ook niet. Toch is het niet gering hem een rechtvaardige engel te noemen. Maar hij was het niet. En zich tot een bijna zakelijk begrip te beperken dat verder tot niets verplicht, als een wijze en verstandige man te zijn, is waarschijnlijk het ideaal van Mattheüs zelf.
Alleen Thomas kon het niet bevatten. Hij zei niets onwaarschijnlijks en onbegrijpelijks, alleen dat zijn mond niet kon bevatten te zeggen op wie Jezus geleek. Wie kon deze levende mens bevatten die in het volle besef leefde van zijn goddelijke oorsprong? Thomas heeft geen woord. Hij vraagt ook niet: zeg mij wie gij zijt. Hij kan het niet omvatten, zijn huis is te klein.
Jezus, die niet eens aanspraak maakt op de titel meester, zegt: 'Ik ben uw meester niet, daar ge gedronken hebt, u bedronken hebt uit de opwellende bron, die ik heb uitgemeten.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://media.putfile.com/B-Thomas-1
http://www.megaupload.com/?d=NDC74NTS
Jezus zal zeker geweten hebben hoe het gesteld was met zijn discipelen. Hoe de meesten onzelfstandig waren en geen werkelijk inzicht hadden in de goddelijke natuur van hun meester. Het is dan ook niet dat hij een steekproef wilde nemen hoe zij nu eigenlijk tegenover hem stonden. Maar of zij zich bewust waren geworden door de mogelijkheid tot inzicht die hen was geboden. Want als men hem niet kent of herkent naar zijn goddelijke afkomst, herkent men zich zelf ook niet. Toch is het niet gering hem een rechtvaardige engel te noemen. Maar hij was het niet. En zich tot een bijna zakelijk begrip te beperken dat verder tot niets verplicht, als een wijze en verstandige man te zijn, is waarschijnlijk het ideaal van Mattheüs zelf.
Alleen Thomas kon het niet bevatten. Hij zei niets onwaarschijnlijks en onbegrijpelijks, alleen dat zijn mond niet kon bevatten te zeggen op wie Jezus geleek. Wie kon deze levende mens bevatten die in het volle besef leefde van zijn goddelijke oorsprong? Thomas heeft geen woord. Hij vraagt ook niet: zeg mij wie gij zijt. Hij kan het niet omvatten, zijn huis is te klein.
Jezus, die niet eens aanspraak maakt op de titel meester, zegt: 'Ik ben uw meester niet, daar ge gedronken hebt, u bedronken hebt uit de opwellende bron, die ik heb uitgemeten.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://media.putfile.com/B-Thomas-1
http://www.megaupload.com/?d=NDC74NTS
Reacties