aandacht voor het ogenblik 1
Het 'goed doen' (Eén is goed) hangt af van de wijze waarop ons innerlijk leven zich ordent. Ge kunt er volstrekt zeker van zijn dat u op de goede weg raakt als u het echt wil. De goede weg ligt in het onvoorwaardelijke geloof en vertrouwen in u zelf, uw zelfkwaliteit, het unieke beginsel van uw eigen ondeelbaarheid, uw ware en werkelijke individualiteit, de grondslag en basis van uw echte persoonlijkheid. In welk een toestand zich iemand ook moge bevinden, hetzij wanhoop, twijfel of angst, laat hij zich nooit en te nimmer laten beroven van de waarachtige wil tot de eigen bestemming.
Angst is de grote boosdoener, het grootste kwaad en oorzaak der menselijke ellende. Hoe legio ook de vormen zijn en machten die u van de weg tot u zelf zouden willen weerhouden, het is de grote kunst zich hierdoor niet te laten intimideren en imponeren.
Naarmate het ware Ik, het Zelf in ons werkzaam wordt, zullen we deze werkzaamheid in ons kunnen gewaarworden. Dan krijgen we bewust deel aan innerlijke wording en ontplooiing, die, naarmate ze dieper wordt gevoeld, ons vertrouwen op een innige manier versterkt en ons in de 'structuur' van de geestelijke ziel het besef van volstrektheid en zekerheid en tenslotte onwankelbare onverstoorbaarheid schenkt. Hierdoor ervaren we de kracht der innerlijke noodwendighheid die aan ons leven een ontplooiing verschaft waar uiterlijke wetten en bemoeienissen niets aan kunnen toe of afdoen. Het ligt voor de hand dat we daar zèlf veel toe kunnen bijdragen door er aandacht aan te schenken.
De wil is een aspect van de geest en het is onze wil in de eerste plaats die ons een besef van geestelijk leven geeft. Daarom is het geestelijk leven zoiets reëels; voor de mens het meest werkelijke in zijn bewustzijn. Wat is er reëler voor u dan iets echt te willen? Daarin ligt het beginsel van onze eigenlijke zekerheid.
Het 'van goeden wille zijn' is de eerste stap. U zult ontdekken dat uw geestkracht voortkomt uit een verborgen welbron. Het is een eeuwige kracht en het gaat er om dat wij ons laten leiden en vormen, niet door een ander maar door die oer-eigen kracht. Zonder deze kracht van het Zelf, dat erin geworteld is, kunt ge niets doen. 'Zonder Mij kunt ge niets doen'. Het is niet juist van dit Ik of Mij een 'iemand' te maken. Dat we zulks niet doen heeft niets met hoogmoed uit te staan. Integendeel, het komt voort uit een diep geworteld vertrouwen dat de eigenlijke schepping in de mens geschiedt. De mens is een verschijning uit iets onzegbaars en eeuwigs. Dit verschaft hem innerlijk een voortdurend zich vernieuwende gestalte die zich zozeer kan versterken en 'waar maken' dat zijn tijdelijke verschijning ervan doorbroken en doorstraald kan worden.
Ieder mens schept zijn eigen vorm. Iedere gedachte, ieder 'gevoel', affect of drift, iedere neiging of angst werkt zich in zijn lichamelijk organisme uit. Het is te begrijpen dat het mogelijk moet zijn dmv onze geestkracht heerschappij te verkrijgen over het machtige, zeer uitgebreide complex van onze animale, lichamelijke en fysische functies, die in de regel ons bewustzijn vervullen met evenzo vele nooddruften en werkelijke of vermeende behoeften.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Angst is de grote boosdoener, het grootste kwaad en oorzaak der menselijke ellende. Hoe legio ook de vormen zijn en machten die u van de weg tot u zelf zouden willen weerhouden, het is de grote kunst zich hierdoor niet te laten intimideren en imponeren.
Naarmate het ware Ik, het Zelf in ons werkzaam wordt, zullen we deze werkzaamheid in ons kunnen gewaarworden. Dan krijgen we bewust deel aan innerlijke wording en ontplooiing, die, naarmate ze dieper wordt gevoeld, ons vertrouwen op een innige manier versterkt en ons in de 'structuur' van de geestelijke ziel het besef van volstrektheid en zekerheid en tenslotte onwankelbare onverstoorbaarheid schenkt. Hierdoor ervaren we de kracht der innerlijke noodwendighheid die aan ons leven een ontplooiing verschaft waar uiterlijke wetten en bemoeienissen niets aan kunnen toe of afdoen. Het ligt voor de hand dat we daar zèlf veel toe kunnen bijdragen door er aandacht aan te schenken.
De wil is een aspect van de geest en het is onze wil in de eerste plaats die ons een besef van geestelijk leven geeft. Daarom is het geestelijk leven zoiets reëels; voor de mens het meest werkelijke in zijn bewustzijn. Wat is er reëler voor u dan iets echt te willen? Daarin ligt het beginsel van onze eigenlijke zekerheid.
Het 'van goeden wille zijn' is de eerste stap. U zult ontdekken dat uw geestkracht voortkomt uit een verborgen welbron. Het is een eeuwige kracht en het gaat er om dat wij ons laten leiden en vormen, niet door een ander maar door die oer-eigen kracht. Zonder deze kracht van het Zelf, dat erin geworteld is, kunt ge niets doen. 'Zonder Mij kunt ge niets doen'. Het is niet juist van dit Ik of Mij een 'iemand' te maken. Dat we zulks niet doen heeft niets met hoogmoed uit te staan. Integendeel, het komt voort uit een diep geworteld vertrouwen dat de eigenlijke schepping in de mens geschiedt. De mens is een verschijning uit iets onzegbaars en eeuwigs. Dit verschaft hem innerlijk een voortdurend zich vernieuwende gestalte die zich zozeer kan versterken en 'waar maken' dat zijn tijdelijke verschijning ervan doorbroken en doorstraald kan worden.
Ieder mens schept zijn eigen vorm. Iedere gedachte, ieder 'gevoel', affect of drift, iedere neiging of angst werkt zich in zijn lichamelijk organisme uit. Het is te begrijpen dat het mogelijk moet zijn dmv onze geestkracht heerschappij te verkrijgen over het machtige, zeer uitgebreide complex van onze animale, lichamelijke en fysische functies, die in de regel ons bewustzijn vervullen met evenzo vele nooddruften en werkelijke of vermeende behoeften.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties