aandacht voor het ogenblik afsluiting

Er is geen andere mogelijkheid. In het vervolg zal de levensgang begeleid worden door een zekere opgewekte gelatenheid. Dit betekent dat er vele zaken zijn waaraan wij niet meer die grote waarde hechten zoals vroeger. We leren een 'laten' kennen, niet uit onverschilligheid, integendeel, maar we hebben een andere belangstelling gekregen zodat het soms gelijken kan, vooral in het begin, dat ons leven erdoor verarmd wordt.
Maar laat u niet misleiden. De armoede van de geest is zelfs een voorwaarde voor de noodwendige vervulling. Deze vervulling is een geschieden van binnen uit en stemt tot grote dankbaarheid en liefde en warmte, die u op den duur nooit meer zullen verlaten.

Het hoge leven heeft niets te verliezen omdat het volstrekt zichzelf is. Het kan er zich niet op laten voorstaan dat het is zoals het is. Het is ook niet noembaar. Het behoeft zich niet te behouden want iets dat werkelijk is kent geen zelfbehoud.
Het lagere leven kan zonder zich te behouden willen niet leven. Het wordt bepaald door zijn affecten en de angst tot vergaan. Het laat nooit los. Daarom heeft het geen leven, maar koude en dood in zich besloten. Het wil zich niet verliezen juist omdat het alles te verliezen heeft. Het is het tijdelijke en vergankelijke leven dat men verliest hoe meer men het vast wil houden. Dit leven moet men uit eigen beweging laten. Dan blijft het hogere leven over dat men niet verliezen kan omdat er geen angst is.

Het hogere, warme leven is volstrekt doelloos en handelt niet. Het kent geen aandrift tot handelen. Affecten zijn daarin niet. Het IS. Het is door de eigen eeuwigheid. Het lagere, koude leven kent bedoelingen. De liefde, de hogere menselijkheid, handelt maar kent er geen bedoelingen mee. Wat wij gerechtigheid noemen en recht, handelt maar heeft wel zeker bedoelingen. De moraal handelt en als men haar niet tegemoet komt wordt ze handtastelijk. Men kruist de degen met de arme en roept hem ter verantwoording.
Daarom: Keert men Tao de rug toe, dan is er geen leven. Tao betekent: de weg, ook in de zin van leven en waarheid. In Tao is nooit opzettelijkheid. Dit is slechts schijn en onwaarachtigheid; het begin van dwaasheid.
De juiste mens is de mens die de rechte weg gaat. Hij is een volwassene. Hij houdt zich niet op met het onvolledige. Voor hem is de Zin, Tao, in het ogenblik, en alles heeft hij gelaten. Het verre, toekomst en verleden, laat hij gaan. Hij verwerpt het verre en kiest het nabije. Daarin is de vreugde der gelatenheid.

Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE