analyse van een mythe
Diep in ons is de herinnering begraven van thuis te behoren in een andere wereld, een wereld van licht en heerlijkheid, van harmonie en warmte. In deze herinnering leeft een beginsel voort dat steeds weer aan ons een inzicht tracht te verschaffen hoe die oorspronkelijke staat hersteld kan worden en een weg 'terug' kan worden aanvaard teneinde uit de doolhof der wereld te geraken. Want daarin is de ziel een prooi geworden van lichtzinnigheid en ongeduld en verdwaald geraakt in de eigen schepping, waardoor ze de duisternis heeft leren kennen, die oorspronkelijk niet haar deel was.
'Eindeloos zoekend, klagend en berouw hebbend, terwijl ze haar passie omzet in materie en haar verlangen in God.'
Welk een vreemdheid overvalt de mens als hij zich afvraagt waarom en hoe hij hier gekomen is, welke toch zijn drijfveren zijn geweest en vooral hoe hij zich bewust heeft te worden van een verloren weten en een nieuw 'zijn' dat als een licht hem de weg zal wijzen uit het labyrinth te komen waarin zijn medemensen en hij zelf dreigen onder te gaan. Want, zo vraagt hij zich af: hoe is het mogelijk hier in de wereld te kunnen leven zonder de dood te overwinnen en het boze dat het mensenkind dwingt tot vernietiging van zijn medeschepselen?
Wat heeft hij toch verwacht dat hij hier zal vinden? Tragische conflicten zijn aan de orde van de dag, smart en lijden in vaak zo hevige mate dat de mensen eraan sterven. Is men hier alleen gekomen om er dood te gaan? Om de wereld en de aarde als een groot slagveld en tegelijk als een kerkhof van de duizenden geslachten voor ons en van alle die nog komen moeten? Is de eeuwige strijd om het bestaan niet iets rampzaligs, een strijd, die een groter slagveld oplevert dan alle oorlogen? Komt men hier alleen op de wereld om zijn eigen bestaan te verzekeren gedurende een korte tijd en zijn de middelen waarvan de mensen gebruik maken in vele gevallen niet iets smadelijks?
Is er geen weg ter ontkoming aan de dwang der schrikwekkende gevangenisbewaarders met hun afpersingen en hun dreigingen? Hun eindeloze valstrikken en hun blinde woede? Worden wij mensen steeds weer teruggejaagd in de ingewanden van de kosmische kerker, terwijl 'daarboven' een Verlosser zou heersen in licht en waarheid die het op zich neemt in deze onderste wereld neer te dalen en zijn liefde te laten schijnen op onze meewarigheid waardoor wij ons een weinig kunnen oprichten om met het gelaat naar hem toegekeerd tenslotte te sterven?
Of is het mogelijk deze Verlosser in ons eigen hart en binnenste te betrekken als een grote heelmeester en zijn leiding te vernemen stap voor stap en daarin het ogenblik te vinden van bevrijding voor altijd en dat ons bovendien in staat zou stellen onze medemensen los te knopen?
Dit zou voor ons mensen een onvergelijkelijke vreugde betekenen. Stel u voor dat het ons gegeven was de oorspronkelijke staat weder te helpen herstellen en ons voortdurend te verheugen in het geluk dat ook anderen deelachtig worden als dit de uitkomst betekent voor al hun noden en verdrietelijkheden voor het opheffen van alle haat en geborneerde en eigenzinnige gefrustreerdheden. Als deze kunst bestaat - en waarom eigenlijk niet? - verdraagt ze geen enkele opdringerigheid of het aanbieden van diensten die niet gewild zijn. Want het zijn in werkelijkheid altijd de grote en verborgen krachten die in het kleine en geringe verlossend aanvangen en tenslotte een mate van bloei en ontplooiing teweeg brengen die aan het onbegrensde reikt. Indien de ziel de angst maar overwint die haar de deuren doet gesloten houden.
Het diepste zelfbewustzijn (of het hoogste) is met het goddelijk bewustzijn eenswezend. Immers het ware zelf, ontspruitend aan de geestesvonk in de menselijke ziel is geworteld in het licht der godheid en daardoor wordt de verlossingsweg van de mens begrepen en verwerkelijkt.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
'Eindeloos zoekend, klagend en berouw hebbend, terwijl ze haar passie omzet in materie en haar verlangen in God.'
Welk een vreemdheid overvalt de mens als hij zich afvraagt waarom en hoe hij hier gekomen is, welke toch zijn drijfveren zijn geweest en vooral hoe hij zich bewust heeft te worden van een verloren weten en een nieuw 'zijn' dat als een licht hem de weg zal wijzen uit het labyrinth te komen waarin zijn medemensen en hij zelf dreigen onder te gaan. Want, zo vraagt hij zich af: hoe is het mogelijk hier in de wereld te kunnen leven zonder de dood te overwinnen en het boze dat het mensenkind dwingt tot vernietiging van zijn medeschepselen?
Wat heeft hij toch verwacht dat hij hier zal vinden? Tragische conflicten zijn aan de orde van de dag, smart en lijden in vaak zo hevige mate dat de mensen eraan sterven. Is men hier alleen gekomen om er dood te gaan? Om de wereld en de aarde als een groot slagveld en tegelijk als een kerkhof van de duizenden geslachten voor ons en van alle die nog komen moeten? Is de eeuwige strijd om het bestaan niet iets rampzaligs, een strijd, die een groter slagveld oplevert dan alle oorlogen? Komt men hier alleen op de wereld om zijn eigen bestaan te verzekeren gedurende een korte tijd en zijn de middelen waarvan de mensen gebruik maken in vele gevallen niet iets smadelijks?
Is er geen weg ter ontkoming aan de dwang der schrikwekkende gevangenisbewaarders met hun afpersingen en hun dreigingen? Hun eindeloze valstrikken en hun blinde woede? Worden wij mensen steeds weer teruggejaagd in de ingewanden van de kosmische kerker, terwijl 'daarboven' een Verlosser zou heersen in licht en waarheid die het op zich neemt in deze onderste wereld neer te dalen en zijn liefde te laten schijnen op onze meewarigheid waardoor wij ons een weinig kunnen oprichten om met het gelaat naar hem toegekeerd tenslotte te sterven?
Of is het mogelijk deze Verlosser in ons eigen hart en binnenste te betrekken als een grote heelmeester en zijn leiding te vernemen stap voor stap en daarin het ogenblik te vinden van bevrijding voor altijd en dat ons bovendien in staat zou stellen onze medemensen los te knopen?
Dit zou voor ons mensen een onvergelijkelijke vreugde betekenen. Stel u voor dat het ons gegeven was de oorspronkelijke staat weder te helpen herstellen en ons voortdurend te verheugen in het geluk dat ook anderen deelachtig worden als dit de uitkomst betekent voor al hun noden en verdrietelijkheden voor het opheffen van alle haat en geborneerde en eigenzinnige gefrustreerdheden. Als deze kunst bestaat - en waarom eigenlijk niet? - verdraagt ze geen enkele opdringerigheid of het aanbieden van diensten die niet gewild zijn. Want het zijn in werkelijkheid altijd de grote en verborgen krachten die in het kleine en geringe verlossend aanvangen en tenslotte een mate van bloei en ontplooiing teweeg brengen die aan het onbegrensde reikt. Indien de ziel de angst maar overwint die haar de deuren doet gesloten houden.
Het diepste zelfbewustzijn (of het hoogste) is met het goddelijk bewustzijn eenswezend. Immers het ware zelf, ontspruitend aan de geestesvonk in de menselijke ziel is geworteld in het licht der godheid en daardoor wordt de verlossingsweg van de mens begrepen en verwerkelijkt.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties