het verloren schaap 5

De verdwaalde jonge vruchten zijn als de verloren jonge dieren, het lam Gods, waarvoor de goede herder zijn leven laat.De goede herder laat het om het zelf weer te ontvangen, vernieuwd, in de glans van het beginnen en wordt weer tot vrucht in een eeuwig rijpen. De goede herder is het eeuwig rijpend beginsel in de mens, onuitroeibaar als het mysterie van het leven zelf. De goede herder, de mensenzoon geeft van ogenblik tot ogenblik zijn leven als een ononderbroken geboren worden, een ononderbroken vernieuwing. Er is geen plaats voor vasthouden, voor zelfhandhaving of perfectionering.
Zij die zichzelf zoeken in zelfzuchtig drijven zijn geen ware herders. Zij zijn de bedervers, de machthebbers, de slavenhouders en de dwingelanden.
Zij roepen zich uit als herders der verlaten kudde, bemoeien zich met de menigte als massa waarover zij zich ontfermen. Zij nemen ingrijpende maatregelen, keren de dingen binnenstebuiten, leven met hen in een voortdurende omwenteling, verbeteren en breken af, maken zich oneindig druk, hebben haast, brengen slagen toe als ze het nodig vinden en komen dan weer met pleisters om op de wonden te leggen. Ze zien niet op tegen ontelbare moorden, intrigeren altijd en gaan vooraan met ijzeren gezichten en gepantserde vuisten. Ze geven altijd maar leiding en delen taken uit en opdrachten. Als de omstandigheden het nodig maken schieten ze op hun medemensen, plaatsen ze in kooien of nemen hen gevangen.
En onderwijl gaan geslachten onder en maken plaats voor nieuwe, eindeloos. Van een open deur hebben zij nooit geweten of ze zeggen in mateloze zelfverheffing: dat zijn wij. Zij zijn de grootste vijanden van het geestelijk leven in vrijheid, waarheid en schoonheid.

Merkwaardig is dat herinnerd wordt aan de ene zondaar die zich bekeert en meer vreugde onder de engelen oplevert dan de 99 anderen die de bekering niet nodig hebben. Daarom begrijpen wij de vreugde die de vrouw beleefde als zij het verloren penningske weer had gevonden. Zij ging feesten met de buurt en kon haar geluk niet op. Zij moest het delen met de anderen. Er was geen andere mogelijkheid. Zij kreeg door het terugvinden van het muntje deel aan de vreugden der hemelse scharen, te beginnen bij de Seraphim en te eindigen bij de aartsengelen. Zij ontdekte dat de hemelen lachen, de vreugde Gods bij zoveel openheid.
De blijheid om het geringe, het kleine ogenblik waarin de reddende genade zich kenbaar maakt. Bij de zenmeesters is het de les van de os, bij de bijbellezers is het het schaap en het bescheiden muntje of de tarwekorrel en het mosterdzaad. Het is overal ter wereld hetzelfde waar het oog ook speurt, het zal het kleine en geringe vinden. Het doet er allemaal niet toe. Of het vee is of geld. Er wordt niet meer gespaard en niet meer gerekend, want door de open deur stroomt de goedertierenheid binnen en de overstelpende stroom uit de hoorn des overvloeds. Daardoor gaat alles in elkander grijpen en weten we wat het zeggen wil in het geheel te leven, in de wisselwerking van alles en allen, in het eeuwige stirb und werde waardoor de mens opeens geen 'trüber Gast' meer is op dt arme ondermaanse.

Het is dan nodig dat wij onze ziel weer terugvinden. Dat we haar fijne en zuivere aanvoeling wederom verwerven. Dat het innerlijk 'oog' de fijnste beweging in het opkomende leven van het hart bespeurt.
Het kleinood heeft een schone glans. Ge kunt het nooit verkopen al zou men u ook alle schatten der wereld bieden. Want het heeft geen prijs. En hij die dacht het te kunnen kopen zal slechts al armer en armer worden. Ook kunt ge het niet schenken wanneer ge het gevonden hebt. Aan wie zoudt ge dit moeten doen, want niemand kan de waarde kennen die het zelf niet verworven heeft.
Daarom, ik werp het weer in de oceaan van mijn verlorenheid en het zal zeker weer uit de golven verrijzen en de verrukking zal zo zijn alsof zij nooit een einde neemt, als de vreugde van een eeuwig vernieuwd wederzien.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS