Jezus onder de mensen 4
Het is niet waar dat God dit ooit gewild heeft. De mens Jezus heeft dit lijden op zich genomen als gevolg van zijn verlossingsweg en zijn liefde tot de mensheid. Een goddelijk willen waarin hij zich niet heeft ontzien en waarvoor hij de bittere beker tot de laatste druppel heeft geledigd. Door deze onbeschrijflijke daad heeft hij voor altijd, zolang er mensen op aarde zullen wonen, een weg gebaand en een deur geopend 'ter ontkoming' aan iedere vorm van slavernij en menselijk lijden, wat alleen door de liefde Gods, waarvan zijn boodschap overstroomde, is mogelijk gemaakt.
Het is niet mogelijk deze wereld ooit geheel van lijden te bevrijden. Het lijden is een noodzakelijke voorwaarde voor het vergruizelen van de versteende harten en het bewerken tot een vruchtbare akker. Voor de mens die een weinig van deze godsmensenliefde kent, is het leed niet erg omdat dit vernietigd wordt in de vlam waaruit het mensenkind voor eeuwig zich vernieuwen zal en worden zal tot levend, lichtend woord. Dit woord is niet: Mijn God, mijn God waarom hebt gij mij verlaten. God verlaat zijn kinderen nooit en te nimmer. Integendeel, tot op het laatste ogenblik heeft hij God beleden en hem uit de innigheid zijns harten gedankt.
Het is geen mythe, dat Jezus door erbarmen bewogen tot de wereld ging. Hij zag de duisternis op de wereld en hoe de mensen daaronder leden terwijl zij niet hoopten op enige uitkomst. Zij wisten amper dat zij verduisterd waren. Zij wisten ook niet meer - en nog niet - dat zij naar hun ware afkomst uit een lichtwereld geboortig waren. Dat zij uit eigen vrije beweging zich daaruit begeven hadden en daardoor een diepe kloof veroorzaakt hadden tussen het rijk Gods en hun eigen bewustzijn.
De levende herinnering hadden zij daaraan verloren doordat zij in het mensendier hun intrek hadden genomen, waardoor de verduistering hand over hand toenam.
Er waren altijd helpers en heilanden geweest die getracht hadden de mensen te verlossen en hun de kracht van hun liefde te schenken, maar steeds vielen de mensen weer terug of begrepen niet of gaven zich geen moeite ze te herkennen. De macht der materieel werkzame krachten was zo groot en hun omsluiering zo dicht dat nergens meer het licht der wereld werd onderscheiden. Het was werkzaam in de mythen waarmede de mensen leefden, maar niet in de werkelijkheid van hun dagelijks bestaan. Jezus verliet het Koninkrijk, de hoge goddelijke lichtstaat en ondernam de gevaarlijke tocht naar de diepten der aarde om als een licht onder de mensen te verschijnen.
De hoogheid van zijn liefde was onnoemlijk en de kracht ervan wordt niet overtroffen. Het is onbegrijpelijk dat een goddelijk mens dit op zich vermag te nemen en op die wijze een deur te openen voor de liefde Gods onder de mensen. Welk een tegenkrachten, welk een laster en smaad kreeg hij niet te overwinnen. Het gaat niet aan te beweren: 'Hij was immers goddelijk, hij noemde zich toch de zoon Gods? dan was het ook geen kunst hier te verschijnen'. Men vergeet dan - het is bijna boosaardig - dat hij zich met het vergankelijk gewaad van de aardse mens moest bekleden en daardoor deel kreeg aan een lijden en een strijd waaraan niets menselijks vreemd meer is.
Hoe werd hij niet gelasterd, gesmaad en vervolgd. Vanaf het ogenblik zijner openbare verschijning heeft de vorst der duisternis, die niets van zijn zending begreep en kon begrijpen en waarvoor geen God bestond, hem bevochten en doet dat nog tot op de huidige dag.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties