innerlijke revolutie 1
U hebt het wel gehoord: het koninkrijk moet met geweld worden genomen; het koninkrijk der hemelen wordt geweld aangedaan en de geweldigers nemen hetzelve met geweld. Wat is dat voor geweld? Groter dan het geweld der heerszuchtigen. Machtiger dan het geweld der onderdrukkers. Sterker dan het geweld van de dood.%
Wat is het voor geweld dat alle geweld tart en overwint? In de psalm staat dat 'Hij geweldiger is dan de baren der zee' en 'dat de goedertierenheid Gods een groot geweld over ons is'. U die zich van alle geweld wilt bevrijden; die zelf een geweldenaar in u hebt, een tiran, een beest, een hebzuchtig en angstig monster, een verschrikking, een doder, een vervolger en een weergaloze angstaanjager. Of hebt u die niet ontmoet? Ik heb hem ontmoet. Ik kan het u verzekeren. Meerdere malen in mijn leven ontmoette ik de geweldige, die mij vernietigen wilde, die mij vergruizelen en verdoen wilde. Maar welk een zegen, welk een vreugde en welk een kracht kan er in een mens varen, een kracht van boven, een kracht van God, een kracht uit het koninkrijk die de tiran onderwierp en de grote doder maakte tot een dienaar.
Want als u het koninkrijk wilt veroveren dan hebt u het geweld nodig van uw standvastigheid van uw overgave in liefde en getrouwheid. Het geweld van uw goddelijke wil, het geweld van een onmetelijke macht waarboven niets en niemand zich verheffen kan. Dan hebt u de macht van een liefde nodig die goddelijk is, al zou u er maar een sprankje van hebben. Want het sprankje wordt tot een groot licht en het licht openbaart zich in u als de eeuwige kracht waarin uw ziel geworteld is. Een licht boven alle licht, een kracht boven alle kracht, een liefde boven alle liefde.
Het is een kernachtige kracht, een in-werkelijke verlichting. Het is wat u zelf zijt en waarin u zelf zijt geworteld. Daarin wordt uw wil tot God bevestigd. Uw wil tot het koninkrijk, uw wil tot de allerhoogste, eeuwige wezenheid en waarachtigheid. De wil tot uw waarlijke afkomst en uw onaantastbare werkelijkheid waarin geen dood is en geen afscheid. Waarin alle tranen gedroogd zijn en geen smart en lijden meer zijn en waarvan de poort voor alle mensen openstaat.
Want de wil tot God is, is niet meer de wil tot iets anders. De wil tot de wereld en het tijdelijke leven is vol onrust en onzekerheid. Wat heeft het tijdelijke leven op de wereld u te bieden? Bezit, goederen, veiligheid, genot, roes, slaap? Kies, wat wilt u? Wilt ge ervaren dat al deze dingen niet bieden wat u zoekt? Als u misschien zegt: ik heb liefde nodig en innerlijke kracht. Ik heb vrede nodig in mijn gemoed en zekerheid in mijn ziel. Als u zegt: ik heb God nodig en zijn woning, mijn afkomst en mijn heil. Ik ga u er van spreken. Van zijn rijk dat ook het uwe is. U hebt er als zijn kinderen in gewoond en u weet het niet meer. Het rijk waar geen omwentelingen zijn.
Waar wij over spreken en schrijven zijn verborgenheden. Maar niet in de sensationeel occulte zin van dat woord en ook niet dat deze dingen het daglicht niet zouden verdragen. Integendeel. Van deze zaken is gezegd, dat men ze van de daken moest verkondigen. Maar haast niemand die het doet. Eenvoudig omdat de mensen er niet in geloven. Zij geloven niet in de betere wereld die binnen in ons zou zijn. Het verborgen koninkrijk, het licht- en liefderijk waarnaar de mensen zoeken, maar het niet kunnen vinden, omdat ze het nog niet zien.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Wat is het voor geweld dat alle geweld tart en overwint? In de psalm staat dat 'Hij geweldiger is dan de baren der zee' en 'dat de goedertierenheid Gods een groot geweld over ons is'. U die zich van alle geweld wilt bevrijden; die zelf een geweldenaar in u hebt, een tiran, een beest, een hebzuchtig en angstig monster, een verschrikking, een doder, een vervolger en een weergaloze angstaanjager. Of hebt u die niet ontmoet? Ik heb hem ontmoet. Ik kan het u verzekeren. Meerdere malen in mijn leven ontmoette ik de geweldige, die mij vernietigen wilde, die mij vergruizelen en verdoen wilde. Maar welk een zegen, welk een vreugde en welk een kracht kan er in een mens varen, een kracht van boven, een kracht van God, een kracht uit het koninkrijk die de tiran onderwierp en de grote doder maakte tot een dienaar.
Want als u het koninkrijk wilt veroveren dan hebt u het geweld nodig van uw standvastigheid van uw overgave in liefde en getrouwheid. Het geweld van uw goddelijke wil, het geweld van een onmetelijke macht waarboven niets en niemand zich verheffen kan. Dan hebt u de macht van een liefde nodig die goddelijk is, al zou u er maar een sprankje van hebben. Want het sprankje wordt tot een groot licht en het licht openbaart zich in u als de eeuwige kracht waarin uw ziel geworteld is. Een licht boven alle licht, een kracht boven alle kracht, een liefde boven alle liefde.
Het is een kernachtige kracht, een in-werkelijke verlichting. Het is wat u zelf zijt en waarin u zelf zijt geworteld. Daarin wordt uw wil tot God bevestigd. Uw wil tot het koninkrijk, uw wil tot de allerhoogste, eeuwige wezenheid en waarachtigheid. De wil tot uw waarlijke afkomst en uw onaantastbare werkelijkheid waarin geen dood is en geen afscheid. Waarin alle tranen gedroogd zijn en geen smart en lijden meer zijn en waarvan de poort voor alle mensen openstaat.
Want de wil tot God is, is niet meer de wil tot iets anders. De wil tot de wereld en het tijdelijke leven is vol onrust en onzekerheid. Wat heeft het tijdelijke leven op de wereld u te bieden? Bezit, goederen, veiligheid, genot, roes, slaap? Kies, wat wilt u? Wilt ge ervaren dat al deze dingen niet bieden wat u zoekt? Als u misschien zegt: ik heb liefde nodig en innerlijke kracht. Ik heb vrede nodig in mijn gemoed en zekerheid in mijn ziel. Als u zegt: ik heb God nodig en zijn woning, mijn afkomst en mijn heil. Ik ga u er van spreken. Van zijn rijk dat ook het uwe is. U hebt er als zijn kinderen in gewoond en u weet het niet meer. Het rijk waar geen omwentelingen zijn.
Waar wij over spreken en schrijven zijn verborgenheden. Maar niet in de sensationeel occulte zin van dat woord en ook niet dat deze dingen het daglicht niet zouden verdragen. Integendeel. Van deze zaken is gezegd, dat men ze van de daken moest verkondigen. Maar haast niemand die het doet. Eenvoudig omdat de mensen er niet in geloven. Zij geloven niet in de betere wereld die binnen in ons zou zijn. Het verborgen koninkrijk, het licht- en liefderijk waarnaar de mensen zoeken, maar het niet kunnen vinden, omdat ze het nog niet zien.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties