levenseenheid en het dagelijks leven afsluiting

Er is hierin geen sprake van organisatie. Is daarvoor een organisatie nodig om deze omgangswet te vervullen waaraan het grootste belang wordt toegekend, het belang hoe of wij zelf zijn en behoren te zijn om deel te krijgen aan de innerlijke onverstoorbaarheid, in welk gezelschap wij ook verkeren.
Daardoor zullen wij er toe komen een innerlijke structuur, ja een innerlijk lichaam te ontwikkelen, dat zich vrijelijk bewegen kan in de wereld van licht en klaarte. Men wordt er vrij van hoogmoed en geveinsdheid, er is geen machteloosheid die een mens tot haten doemt. Het is een verborgen werkelijkheid die, hoewel ingehuld in het dagelijkse leven met al zijn besognes en menselijke verhoudingen en ontmoetingen steeds dezelfde doet zijn in het grootste geduld. Hier wordt geduld niet als een opgelegde beproeving gezien maar eenvoudig als een toestand, een eigenschap der innerlijkheid die van tijd de maat verloren heeft. Het is een wereld waarin geen vrees heerst en die ook niet gevreesd kan worden.

Stel u voor, dat wij een geweldenaar waren die gehoorzaamd moet worden, een potentaat die wel eens de waarheid zal zeggen en de mensen klein zal krijgen. En nu blijkt dat er niets klein te krijgen is. Alles is klein (of groot). Iedere maatstaf valt weg van iemand die geen vrees kent en ook niet naar welke vreugden ook haakt. Hij is die hij is en zijn kracht en vermogen liggen eenvoudig in het feit dàt hij is en dit gevoelt als een geworteld zijn in iets dat zelf onwankelbaar is. Want in de nieuwe wereld is geen angst. Daar zijn goede en slechte gevolgen geleidelijk opgeheven en is er geen uitzien naar resultaten of vruchten van een handeling. Geen uitzien naar beloning, maar in het ogenblik deelhebben aan iets dat in zich voleindigd is. Denkt u niet dat wat de mens gekregen heeft uit de handen van God niet volkomen is, dat dan nog een extra beloning in uitzicht gesteld moet worden als daarin zijn hoogste heil en vervulling ligt?

In deze levenspraktijk komt duidelijk het gevolg van het oordeel uit: 'Met welk oordeel gij oordeelt zult gij wederom geoordeeld worden'. Wat ge uw naaste in een oordeel aandoet zal u wederom aangedaan worden. En indien wij een ander bedriegen zullen wij wederom bedrogen worden. Het is eigenlijk een karmische wet dat ieder mens gebonden blijft aan de gevolgen van zijn handelingen, gedachten en wilsimpulsen en al naar gelang de kwaliteiten ervan, zelf wederom te oogsten heeft wat hij teweegbrengt. Het is een onontkoombare wet die alleen door bezit van de liefde Gods wordt opgeheven daar de weg tot de grote verandering alle schuld oplost. Wij komen dan vanzelf tot een zuivere levensinstelling die zich innerlijk een grote hoeveelheid geestelijke 'good-will' bezorgt en die ons in staat stelt eventuele schulden, die wij zouden maken, direct te vereffenen. Volgens dit simpele voorschrift is het er ons om te doen met liefde en begrip, oprechtheid en openheid tegenover onze medemensen te staan en daardoor in ons zelve een vorm van immuniteit te verwerven die eenvoudig het gevolg is van onze eigen positieve instelling. Het is deze instelling, die geen bijbedoeling kent, waardoor wij het loutere zelf-zijn dienen. Dit zelf-zijn is het dat ons tenslotte tegen alle schade en dreiging beschermt, wat ons het besef geeft van niets meer te vrezen te hebben in welke omstandigheid ook.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Walter zei…
Toch nog maar even;
Wat was deze serie schrijfsels weer prachtig en verhelderend.
Kagib zei…
Jahe Walter geweldig deze stukken. :)))

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN