innerlijke revolutie B 4

Daarom is het niet van het minste belang als iemand ons op de rechterwang slaat of ons van een mantel berooft. Berovingen, dood, verschrikkingen, bedreigingen, verstikkingen en alle drama's en ellenden die zich dagelijks afspelen onder de mensen bestaan eenvoudig niet meer omdat het bewustzijn, het oorspronkelijke en van binnenuit spontaan gevormde onder de uit zichzelf bewegende en zijnde goddelijke wet, voor eeuwig en altijd de overhand gekregen heeft in het onverwoestbare samenstel des mensen. Dit samenstel moge zijn lichaam tot tijdelijke woning hebben, maar is niet zelf dit lichaam. Het is nl de innerlijke mens, de geestelijke mens, die zich met miljoenen stralende krachten van de ziel heeft bekleed, die drager is van het bewustzijn Gods, waarin alle lijden is opgeheven, alle ellende is teniet gedaan.

Zolang wij nog een aards lichaam hebben, hebben wij deel aan de wisselingen in dit lichaam als 'randgebied', maar deze wisselingen zijn voorbijgaande realiteiten en kunnen niet meer het bewustzijn van binnenuit ondermijnen. Trouwens het hele aardse geharrewar komt in een ander licht te staan. Men beleeft het wonder van de aanwezigheid van het 'koninkrijk' in het bewustzijn. Er is toch immers niets tegen het zo te noemen? Alle dingen tot in de kleinste verhoudingen ordenen zich opnieuw. Alles wat er zich niet mee in overeenstemming bevindt, staat er eenvoudig buiten en valt weg.

In dat buitenste gaan de vernietigende en elkander bedreigende krachten, de chaosverwekkende, altijd door. En zolang 'het buitenste' de mens overheerst, zal hij mede verscheurd en geteisterd worden. Dit houdt immers op zodra de mens zelf van goede wil wordt en in zich omkeert door te erkennen dat deze wilsomkeer in het vervolg op een nieuwe, een innerlijke bestemming is gericht.
Op die werkelijke wilsomkeer komt het aan, en geen macht in de hemel en in de wereld kan ingrijpen in de vrije keuze van de mens. Ook God zelf kan dat niet. Het zou geheel in strijd zijn met de vrijheid van zijn wil, waaraan een ieder mens zijn eigen vrije willen heeft te danken.

De mensen zeuren altijd: waarom, als God almachtig is, kan hij in onze misère geen verandering aanbrengen. Hij kan in geen enkele misére verandering aanbrengen, maar een ieder die Hem liefheeft kan ervaren hoe deze liefde leidt tot een grote verandering in het eigen bewustzijn, een ruimte maken voor het nieuwe en enig ware om dan te ontdekken dat Hij ons in onszelf op een onbegrijpelijke wijze liefheeft en zijn hoog tehuis voor ons openstelt. Het is de mens zelf die de toevoer afsnijdt tot het innerlijk rijk en zich dan gaat beklagen dat Hij niet binnenkomen kan.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN