innerlijke revolutie B afsluiting
Als wij de praktische levensinstelling die voortkomt uit de kracht van ons bewustzijn leren handhaven, komen wij op zeker ogenblik aan waar wij behoren te zijn. Dit ogenblik vergt van ons het volstrekt loslaten van alle gewaarwordingen en bevangenheden die het aardse leven ons kunnen schenken en waaraan wij zo gehecht zijn. In dit loslaten, dat hetzelfde is als 'zijn leven verliezen' ligt het overgaan over de drempel. Het is of wij bij een hoge gastheer genodigd zijn die zegt: ge behoeft niets maar ook niets van uw eigen bezit en benodigdheden mede te nemen, want alles is hier voor u in ruime mate aanwezig. Dat zou op een volstrekt zorgeloze en verzorgde toestand duiden die ge gaat doorbrengen bij uw gastheer. Welnu, hij zal zeggen: al het mijne is het uwe.
Trouwens, er is de mogelijkheid dat, gesteld dat wij ons nimmer nog met deze zaken hebben beziggehouden, er toch een ongewoon ogenblik in ons leven komt dat enerzijds ons zo vreemd en stil aandoet en anderzijds ons in verbinding brengt met een onvergetelijke werkelijkheid, alsof wij door een lichtflits in ons bewustzijn werden getroffen.
Misschien heeft de schrijver van het evangelie deze lichtflits bedoeld als hij spreekt over de zoon des mensen die als de bliksem is. Het kan immers zijn dat in de nacht van het leven, als wij verdwaald zijn in het gebergte, wij overvallen worden door een onweer waaruit zo een bliksem tevoorschijn schiet waardoor wij ineens beseffen waar wij zijn. Dit besef kan ons onder angst en beven (misschien waren wij bevreesd voor het onweer) tot een bijzonder bevrijdend besef brengen, nl dat er in werkelijkheid niets aan de hand is met onze verlorenheid en ellende of wat wij daarvoor hielden, omdat die bliksem ons bijlichtte ter oriëntering en ons deed 'zien' dat wij vlak bij huis waren. Dit zou een onvermoede en onbeschrijflijke verlichting geven.
Dit moment wordt vergeleken mdet de komst van de Christus, de mensenzoon, die dan hetzelfde blijkt te zijn als de staat der eigen innerlijke verlichting, waarin ons het bewustzijn weer geschonken wordt van 'hoe het is'. Dit weten 'hoe het is' is van een bijzondere kracht die toeneemt naarmate onze aandacht en liefde er groter voor wordt. Wij zouden ook kunnen zeggen: eens getroffen door dat verblindende flitslicht, heeft het zichzelf in het bewustzijn nader ontstoken en daardoor op gang gebracht.
Het is of de geestesvonk uit haar rust is gestoord en een verbinding tot stand bracht met het afgescheiden deel van ons verduisterd bewustzijn. Alsof het begin van een brug ontstaat die de toestand der verlichting met die der verduistering verbindt.
Op dat ogenblik begint de ommekeer die de innerlijke revolutie tot gevolg heeft.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Trouwens, er is de mogelijkheid dat, gesteld dat wij ons nimmer nog met deze zaken hebben beziggehouden, er toch een ongewoon ogenblik in ons leven komt dat enerzijds ons zo vreemd en stil aandoet en anderzijds ons in verbinding brengt met een onvergetelijke werkelijkheid, alsof wij door een lichtflits in ons bewustzijn werden getroffen.
Misschien heeft de schrijver van het evangelie deze lichtflits bedoeld als hij spreekt over de zoon des mensen die als de bliksem is. Het kan immers zijn dat in de nacht van het leven, als wij verdwaald zijn in het gebergte, wij overvallen worden door een onweer waaruit zo een bliksem tevoorschijn schiet waardoor wij ineens beseffen waar wij zijn. Dit besef kan ons onder angst en beven (misschien waren wij bevreesd voor het onweer) tot een bijzonder bevrijdend besef brengen, nl dat er in werkelijkheid niets aan de hand is met onze verlorenheid en ellende of wat wij daarvoor hielden, omdat die bliksem ons bijlichtte ter oriëntering en ons deed 'zien' dat wij vlak bij huis waren. Dit zou een onvermoede en onbeschrijflijke verlichting geven.
Dit moment wordt vergeleken mdet de komst van de Christus, de mensenzoon, die dan hetzelfde blijkt te zijn als de staat der eigen innerlijke verlichting, waarin ons het bewustzijn weer geschonken wordt van 'hoe het is'. Dit weten 'hoe het is' is van een bijzondere kracht die toeneemt naarmate onze aandacht en liefde er groter voor wordt. Wij zouden ook kunnen zeggen: eens getroffen door dat verblindende flitslicht, heeft het zichzelf in het bewustzijn nader ontstoken en daardoor op gang gebracht.
Het is of de geestesvonk uit haar rust is gestoord en een verbinding tot stand bracht met het afgescheiden deel van ons verduisterd bewustzijn. Alsof het begin van een brug ontstaat die de toestand der verlichting met die der verduistering verbindt.
Op dat ogenblik begint de ommekeer die de innerlijke revolutie tot gevolg heeft.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties