Geestelijke rijkdom

Hij bezit dan zonder gehechtheid, zonder bezitsdrang, zonder bezetenheid, doet geen enkele aanspraak gelden - noch op het eigen ik, noch op dat wat buiten hem is, zelfs niet op God.
Hij, die de dingen niet nodig heeft, is veel gelukzaliger dan wie op louter onontbeerlijke dingen blijft zitten. Hij is het verst, die datgene kan ontberen, wat voor hem niet noodzakelijk is.


Meester Eckhart

Armoede in deze zin is dus geen materiele, maar een geestelijke toestand, een innerlijk ontledigd zijn van alle dingen, een innerlijk niet geraakt worden, een niet begeren.
Uiterlijke armoede kan gepaard gaan met een onstilbare honger naar bezit en sterke gehechtheid; ook wie op bezit schimpt, hangt er nog aan; daarentegen is het innerlijk arm-zijn een vrij zijn van verlangen naar en hechten aan - of men nu de beschikking heeft over miljoenen of slechts weinig bezit. Men kan in het bezit van grote rijkdommen vrij, en met één stuiver onvrij zijn.
Het komt niet aan op de dingen die wij hebben of niet hebben, die wij verliezen of behouden, maar op de houding die wij ertegenover aannemen. Arm, leeg en vrij is diegene, in wiens hart niet de dingen de eerste plaats innemen maar God.

K.O. Schmidt

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS