6-10-73 aangeraakt



Hij keek uit het raam over de groene, golvende heuvels en donkere bossen in de ochtendzon. Het was een aangename, mooie ochtend, er waren schitterende wolken achter de bossen, wit met golvende vormen. Geen wonder dat de ouden beweerden dat de goden hun verblijfplaats tussen de wolken en de bergen hadden. Overal om hem (Krishnamurti) waren deze enorme wolken tegen een verblindend blauwe hemel. Hij had geen enkele gedachte en keek alleen maar naar de schoonheid van de wereld.
Hij moest een tijdje voor het raam hebben gestaan en er gebeurde iets, onverwacht, onuitgenodigd. Je kunt zulke dingen niet bewust of onbewust uitnodigen. Alles leek te verdwijnen en plaats te maken voor alleen dit, het onnoembare. Je zult het in geen enkele tempel, moskee, kerk, op een gedrukte bladzijde aantreffen. Je zult het nergens vinden en alles wat je vindt, is niet dat. Als je ooit alleen wandelt, hoog in de bergen tussen de dennen en de rotsen, alles in de vallei ver beneden je achterlatend, als er geen zuchtje wind door de bomen waait en elke gedachte verschrompeld is, kan het misschien tot je komen, het andere.

Als je het vasthoudt, komt het nooit meer terug; wat je vasthoudt is de herinnering eraan die dood en voorbij is. Wat je vasthoudt is niet het werkelijke; je hart en je geest zijn te klein, zij kunnen alleen de produkten van het denken vasthouden en dat is onvruchtbaar. Ga verder, weg van de vallei, ver weg, laat alles beneden achter. Je kunt terugggaan en ze weer oprapen als je wilt, maar ze zullen hun betekenis hebben verloren, je zult nooit meer dezelfde zijn.
Je moet alleen zijn met de bomen, de weilanden en de rivieren. Je bent nooit alleen als je de produkten van het denken, haar beelden en problemen met je mee torst. De geest moet niet gevuld zijn met de rotsen en wolken van de aarde. Hij moet net zo leeg zijn als een nieuw vat. Dan zal je iets volmaakts zien, iets wat er nooit eerder is geweest.

In de vallei was het verrassend koel en bij de hutten wachtten de eekhoorns op hun noten. Ze werden elke dag op de tafel in de hut gevoerd. Ze waren erg vriendelijk en als je er niet op tijd was, begonnen ze te schreeuwen en de gaaien hielden buiten luidruchtig de wacht.


Krishnamurti

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE