schoonheid
Het was een hete, droge zomer geweest met af en toe een regenbui; de grasvelden werden, bruin, maar de grote bomen met hun zware bladerendek waren gelukkig en de bloemen bloeiden. Het land had in geen jaren zo'n zomer beleefd en de boeren waren blij. In de steden was het afschuwelijk, de vervuilde lucht, de hitte en drukke straten; de kastanjes begonnen al een beetje bruin te worden en de parken waren vol mensen met kinderen die overal schreeuwend rondrenden.
Op het platteland was het erg mooi; op het land is het altijd vrede en de kleine, smalle rivier met zwanen en eenden bracht betovering. Romantiek en sentimentaliteit waren veilig opgeborgen in de steden, en hier midden op het platteland met bomen, weiden en beken, was schoonheid en verrukking.
Er is een weg die door de bossen leidt, de gevlekte schaduwen en elk blad, elk stervend blad, elk grassprietje herbergen deze schoonheid. Schoonheid is niet een woord, een emotionele reactie; het is niet iets zachts dat door denken kan worden vervormd en gekneed. Als er schoonheid is, is elke beweging en handeling, is elke vorm van relatie, heel, gezond en heilig. Als die schoonheid, liefde, niet bestaat, wordt de wereld gek.
Aan de overkant van de rivier waren eenden aan het spartelen en elkaar aan het najagen, en de schaduwen van de bomen tekenden zich op het water af.
Krishnamurti
Reacties