26-11-61 de palmboom
Er staat een palmboom helemaal alleen midden in een rijstveld; hij is niet jong meer; er staan maar een paar palmen. Hij is heel hoog en recht; hij heeft iets rechtschapens. Hij staat daar en hij staat alleen. Hij heeft nooit iets anders gekend en zal zo blijven tot hij doodgaat of gekapt wordt.
In de bocht van de weg stuitte je plotseling op hem en je voelde je erdoor overrompeld hem temidden van de vruchtbare rijstvelden en het stromende water te zien staan; het water en de groene velden murmelden tegen elkaar, zoals ze dat van oudsher altijd gedaan hebben en dat zachte gemurmel bereikte de palm nooit; hij stond alleen, compleet en afzijdig en hij zou niets anders willen.
Het water glinsterde in het avondlicht; van de weg af naar het westen stond de palmboom en daaraan voorbij lagen nieuwe rijstvelden. Om bij hem te komen moest je door een aantal lawaaiige, vuile, stoffige straten vol kinderen, geiten en vee; de bussen joegen wolken stof op, wat niemand scheen te deren en de weg was vol verwaarloosde honden.
Krishnamurti
Reacties