18-12-61 de stroom



Hoog in de bergen, tussen de dorre rotsen zonder boom of struik, was een kleine stroom, die uit massieve, ongenaakbare rotsen kwam. Het was nauwelijks een stroom te noemen, het was een straaltje. Bij het neerkomen vormde het een waterval, niet meer dan gemurmel; het kwam verder omlaag, omlaag het dal in en daar juichte het al over zijn kracht, over de lange weg die het door steden, dalen, bossen en open vlakten zou afleggen. Het zou een ontembare rivier worden, die buiten haar oevers zou treden, die zich al voortstromend zou zuiveren, zich over rotsen zou storten, naar verre landstreken zou stromen, eindeloos zou stromen naar de zee.
Het was niet zozeer belangrijk om de zee te bereiken, dan wel om een rivier te zijn, heel breed, heel diep, rijk en prachtig. Ze zou de zee in stromen en verdwijnen in de wijde, bodemloze wateren.

Maar de zee was ver weg, vele duizenden kilometers en van nu tot dan was ze leven, schoonheid en ongebroken vrolijkheid; niets kon dat verhinderen, zelfs de fabrieken en dammen niet. Het was werkelijk een prachtige rivier, breed en diep, met heel veel steden aan haar oevers, zo zorgeloos vrij en zonder zich ooit te laten gaan. Daar aan die oevers, bij groene velden, bossen en verlaten huizen, speelde zich het hele leven af; dood, liefde en vernietiging. Er lagen lange, brede bruggen over, sierlijk en veelgebruikt. Andere stromen en rivieren mondden erin uit, maar zij was de moeder van alle rivieren, van de kleintjes en van de grote. Ze was altijd vol, ze zuiverde zichzelf voortdurend en 's avonds was het een zegening naar haar te kijken, met die dieper wordende kleuren in de wolken en haar water van goud.
Maar dat kleine straaltje, zo ver weg, tussen die gigantische rotsen, die hun krachten leken te verzamelen om het voort te brengen, was het begin van het leven; haar einde lag voorbij haar oevers en de zeeën

Meditatie was als die rivier, maar dan zonder begin en zonder einde. Ze begon en haar einde was haar begin. Er was geen oorzaak en haar beweging was haar vernieuwing. Ze was altijd nieuw, ze spaarde nooit op om oud te worden Ze werd nooit vuil, want ze had geen wortels in de tijd.
Het is goed om te mediteren, zonder forceren, zonder enige inspanning. Om met een straaltje te beginnen en boven tijd en ruimte uit te komen, daar waar denken en voelen niet kunnen binnengaan.


Krishnamurti

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE