31-1-62 de weg
Het was een heldere, wolkeloze avond, de rook ging recht omhoog de lucht in, er was geen zuchtje wind en op de weg zag je de mensen, het kantoorpersoneel dat bij duizenden tegelijk op de fiets naar huis ging. Het was behoorlijk fris en sommige fietsers hadden wollen handschoenen aan, de moeheid stond hen op het gezicht en ze verlangden ernaar weer thuis te komen.
Aan beide kanten van de weg was woest, ongecultiveerd terrein met rotsen, doornige struiken en paadjes voor het vee. Het was een heerlijke avond en daar waar de aarde de hemel raakte was het wolkeloos helder en van een grote schoonheid vervuld.
In deze wildernis wordt een nieuw park aangelegd, een rotstuin met bloemen, cactussen, open groene gazons met slootjes met stromend water ertussen. Grote groepen schoolmeisjes zongen en joelden, ze stapten ervandoor als soldaten, ze waren niet vrolijk, maar rumoerig. En de zon ging onder als een grote, brede oranje ballon, in stralende pracht en alleen.
Het is vreemd om alleen te zijn, zonder gedachten, zonder associaties, zonder de verbanden die het geheugen legt. Inzicht hebben in alle beïnvloedingen, de bekende en de verborgene, en die dus aan de kant zetten en daardoor alleen zijn. Dat is echt liefde.
De kluizenaar en de monnik zijn nooit alleen in hun cel of in hun grot. Ze dragen de last van het verleden bij zich, hun tradities, hun goden, ervaringen en kennis. Ze zijn nooit alleen, ze zitten vol gedachten en voornemens, roepen visioenen op en stellen bepaalde regels in.
En toch moet je alleen zijn, niet beïnvloed worden, niet zoeken, niet in verzet komen. Je kunt een muur om je heen bouwen, een muur van geloof, van kennis, van ononderbroken activiteiten, maar die muur maakt je een gevangene, die eindeloos bezig is zijn gevangenis verder uit te bouwen en op te sieren.
Je kunt het onmetelijke niet de gevangenis binnen roepen. Wat je binnenhaalt zullen je eigen ideeën zijn, je eigen voorstellingen en gedachtebeelden. Je kunt ze bestrijden of omhelzen, maar je zit steeds achter de muren. Alleen feiten geven je de energie die de muren zal slopen. Dit alleen-zijn gaat samen met een beleving van intens geluk. Het is geen zwart gat, het is geen onvruchtbare dorheid doordat het denken ontbreekt. Juist het denken is dor en droog en alleen zijn, zonder te denken, is niet een woestenij van leegheid.
Het is er, je zult het vinden als er een einde komt aan het denken en daarmee aan de gevoelens. Je kunt het niet kopen, bij geen enkele apotheker en aan geen enkel altaar, maar zonder dit is er geen liefde.
Krishnamurti
Reacties