26-2-62 twee meisjes
Een meisje van zo'n vier of vijf jaar oud zat aan de kant van de vuile straat met naast zich een ander meisje, twee jaar oud of jonger, waarschijnlijk haar zusje. Ze waren allebei klein, ze droegen vuile kleren en hadden ongekamde haren, maar ze waren één en al glimlach en tederheid. Het oudste meisje probeerde de kleine op haar schoot te laten zitten, maar die zat liever met gekruiste beentjes op de harde vuile weg, waar auto's, bussen en vrachtwagens voorbij suisden. De mensen vonden het iets gewoons, iets dat dagelijks gebeurde.
Het waren aardig uitziende kinderen, nog niet te veel verbrand door de zon. Ze waren niet al te mager, hun haar was niet gekamd, maar ze waren gelukkig en ze glimlachten, vooral de oudste. Ze hadden heldere ogen en straalden een onbedorven, prille schoonheid uit. Het oudste meisje hield het andere bij de hand en vertelde haar iets. Ze waren zich totaal niet bewust van het verkeer, van de mensen en van de ellende van het leven. Het oudste meisje streek het haar van het jongere glad om het er netjes uit te laten zien, ze bemoederde het kleintje en er was geen spoor van treurigheid.
Er kwam een politieagent die hen met woorden en een gebaar beduidde dat ze dichter bij de muur moesten gaan zitten. Ze deden wat ze werd opgedragen en de baby zat nu op de schoot bij de ander. Het was een vredig tafereeltje, waar een overvloed van liefde uit sprak.
Het was een avond vol bekoring en ruimte, alles leek nu heel dichtbij, je kon de horizon bijna aanraken en er was het soort van licht dat in alles de schoonheid zichtbaar maakte. Het was een onthullend licht en wat het onthulde was niet mooi of lelijk.
Denken legt verbindingen maar het kent geen Liefde. De Liefde staat buiten de tijd. Tijd en denken zijn met elkaar verbonden, ze bestaan niet los van elkaar en ze richten de Liefde te gronde. Want Liefde is geen gevoel en kan niet door het denken worden opgebouwd. De liefde die uit het denken voortkomt betekent verdriet. De ware Liefde kent geen verdriet en is iets anders dan reageren vanuit het geheugen, wat continuïteit heeft.
Dit licht was als dat van de trillende zee waarin alles leek te leven. Meditatie is de geest leegmaken van de tijd, die denken en voelen is, en die leegte is het licht.
De twee kleine meisjes waren verdwenen, want nu was het donker, de straatlantaarns waren aan en er reden niet zoveel auto's meer, maar waar ze gezeten hadden hing nog de geur van mangobloesem.
Krishnamurti
Reacties