woorden



Van de overkant van het veld was fluitspel te horen; het spel wilde niet erg vlotten, maar de toon van de fluit was helder en zuiver. De speler zat in de machtige schaduw van een grote boom en in de verte achter hem lagen de bergen. Het was alsof de stilte van de bergen, het gezang en de fluit afwisselend en dan weer samen aan het woord waren of zwegen. Dan fladderde lawaaiig een papegaai voorbij en klonken opnieuw enkele noten van de fluit alsmede de machtige basklank van het rituele gezang.
De ochtend was nog jong en de zon rees maar net boven de bomen. Dorpelingen waren onderweg naar de stad en kwamen babbelend en lachend voorbij. De fluit en de zang waren zo indringend, dat enkele voorbijgangers bleven luisteren; ze gingen zitten op het pad, gegrepen door de schoonheid van het gezang en het stralende ochtendlicht, waar het gefluit van een verre trein niet in het minst afbreuk aan kon doen; het leek integendeel veeleer of de zich vermengende geluiden het landschap vulden. Zelfs het harde gekras van een kraai werd niet als wanklank gevoeld.

Vreemd, hoe we in de klank van woorden gevangen kunnen raken en hoe belangrijk die woorden op zich voor ons geworden zijn, zoals het land, God, de priester, democratie of revolutie. Wij leven bij de gratie van woorden en genieten van de zintuiglijke gewaarwordingen die ze teweegbrengen; en daarmee hebben juist die zintuiglijke prikkels zo'n enorm overwicht gekregen.
Woorden zijn bevredigend, omdat ze al vergeten gewaarwordingen in ons doen wakker worden; die geven nog groter voldoening naarmate we het feitelijke, dat wat werkelijk is, vervangen door deze woorden. We proberen onze innerlijke leegte te vullen met woorden, met klanken, met lawaai, met bedrijvigheid; muziek en religieus gezang worden dankbaar aangegrepen als vlucht voor onszelf, voor onze kleinzieligheid, voor verveling. Al onze bibliotheken zijn met woorden gevuld - en hoe onophoudelijk zijn we aan het praten! We hebben nauwelijks de moed een moment te leven zonder een boek in de handen, zonder bezigheid, zonder gezelschap! En zijn we alleen, dan is onze geest rusteloos en dwaalt in zes richtingen tegelijk; al tobbend, een en al herinnering, aldoor vechtend met zichzelf; alleen zijn we nooit, onze geest zwijgt nooit.


Krishnamurti

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE