morgenstond



De rivier was weids en machtig, op sommige plaatsen was zij kilometers breed en het was een genot zo veel water te zien. In het noorden lagen de groene heuvels, fris na de stortbui. Het was een prachtig gezicht, die wijde bocht van de rivier met die witte zeilen. Het waren grote, driehoekige zeilen en in het vroege morgenlicht hadden ze iets betoverends, ze leken uit het water op te rijzen.
Het dagelijks rumoer was nog niet begonnen en het lied van een botenverhuurder, bijna aan de overkant van de rivier, kwam aandrijven over het wateroppervlak. Op dat uur was het of de hele wereld van zijn gezang vervuld was, en alle andere geluiden verstilden; zelfs het fluiten van een trein werd zacht en draaglijk.

Geleidelijk begonnen de geluiden van het dorp: de luidruchtige ruzies bij de bron, het blaten van de geiten, de koeien die vroegen om gemolken te worden, de zware karren op de weg, het schrille gekras van kraaien, het geroep en gelach van kinderen. En zo was er een nieuwe dag aangebroken.
De zon stond boven de palmen en de apen zaten op het muurtje, hun lange staarten reikten bijna tot op de grond. Ze waren groot, maar erg schuw; als je naar ze riep, sprongen ze op de grond en renden naar een dikke boom midden op het veld. Hun gezicht en hun poten waren zwart en ze zagen er intelligent uit, maar ze waren niet zo slim en ondeugend als de kleintjes.

Krishnamurti

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE