feest

Zonneschijn.
Lief kind. beginnend leven.
Lichte krulletjes, dansend in de wind.
Verwondering. Een vreugdedansje. Op naar de muziek.
Hooggetild. balancerend op twee sterke schouders.
Ouder-kind.
Kind-ouder.
Een in de beweging.
Een in de vreugde.

Vreugdestromen.
Mensen kijken elkaar aan met een blijde lach.
Grote mens, kleine mens, er is geen verschil meer.
Het leven is een spel.
Een vreugdespel. Een kleurenspel. Een fantasiespel.
Samen op gaan in het leven.
Een geestelijke omarming.
He lieve vrouw, he lieve man, he lief kind. Ik hou van jullie hoor.
Het leven is een feest. Vertedering.

Ik word warm van binnen. Alle moeheid valt weg.
Doorstroomd met een prille kracht. Vernieuwing.
Een eeuwig moment.
Verleden en toekomst vallen weg. Slechts nu bestaat nog.
Twee bengelende beentjes. Een schaterlach. Wapperende handjes. Vader een speelobject. Een klimpaal, een doorgeefluik, een tunneltje. Klein zijn. Voorovergebogen. Afdalen.
Alle zorgen zijn vergeten.
Opgelost in de zonneschijn.
Opgelost in de muziek.
In het kinderspel. In het eeuwige moment.
Betovering. Een sprookje.
Alles en iedereen betovert.
Door elkaar. Door de zon. Door de Liefdesstroom.
Er is niemand, die deze betovering wil verbreken.


Kagib