ont-moeting



Het huis lag aan een weg die afdaalde naar de zee, zigzaggend langs talloze winkeltjes, grote flatgebouwen, garages en tempels en tot slot langs een verwaarloosde, stoffige tuin. Wanneer de weg de zee eenmaal bereikt had, verbreedde hij zich tot een grote verkeersweg met taxi's, rammelende bussen en al het lawaai van een moderne stad. Wat verderop had de hoofdweg een zijweg: een brede, stille, beschutte laan, overschaduwd door machtige tropische bomen; alleen 's morgens en 's avonds werd het er druk met auto's onderweg naar een chique club met eigen golfvelden en fraai aangelegde tuinen.
Op mijn wandeling langs die laan zag ik bedelaars van allerlei aard op het voetpad liggen; ze gaven geen kik, ze strekten zelfs hun hand niet uit naar een voorbijganger. Zo lag er ook een meisje van een jaar of 10 met wijd open ogen te rusten, haar hoofd op een oud blik; ze was zichtbaar ongewassen, haar ongekamde haar klitte samen, maar toen ik naar haar glimlachte, glimlachte ze terug.

Wat verderop kwam een klein meisje van nauwelijks drie met een uitgestoken handje en een betoverende glimlach op me af. Haar moeder lette van achter een boom op wat ze deed. Ik nam haar uitgestrekte handje aan en we deden samen een paar stapjes om haar terug te brengen naar haar moeder. Omdat ik geen geldstuk bij me had kwam ik de volgende dag met wat kleingeld terug, maar het kindje wilde het niet aannemen, ze wilde met me spelen; we speelden wat samen en haar moeder kreeg het geldstuk.
Elke keer dat ik door die laan kwam was het meisje er, altijd met stralende ogen en een schuchter glimlachje.


Krishnamurti

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS