de boom



De vogels en de geiten waren allemaal ergens anders en het was ongewoon stil en eenzaam onder de wijdvertakte boom, die helemaal in een grote uitgestrektheid van goed bebouwde, weelderig groene velden stond. Even verderop lagen de heuvels, weinig uitnodigend in het scherpe licht van de middagzon, maar onder de boom was het aangenaam koel en donker. In zijn eenzaamheid had deze enorme, indrukwekkende boom immense kracht en symmetrie gebundeld. Hij was een en al vitaliteit, hij stond daar helemaal alleen en toch leek hij heel zijn omgeving te beheersen, zelfs de heuvels in de verte.
De dorpsbewoners vereerden hem; tegen zijn kolossale stam stond een gehouwen brok steen waar iemand heldergele bloemen op had gelegd. 's Avonds kwam er niemand in de buurt van de boom; zijn eenzaamheid was te overweldigend en het was beter hem overdag te vereren, als er volop schaduw was, terwijl de vogels kwetterden en je menselijke stemmen hoorde klinken.

Maar op dit uur zaten alle dorpelingen bij hun hutten en het was heel vredig onder de boom. de zon drong nooit door tot de voet van de stam, en de bloemen zouden goed blijven tot de volgende dag, wanneer er weer een nieuwe gave zou worden geofferd. Er liep een smal pad naar de boom en daarvandaan ging het verder door de groene akkers. De geiten werden behoedzaam over dat pad gedreven tot ze vlak bij de heuvels waren, daarna liepen ze vrij rond en aten alles wat binnen hun bereik was.
Tegen de avond stond de boom in volle glorie. Terwijl de zon achter de heuvels onderging, werd het groen van de akkers intenser en alleen het topje van de boom ving nog de laatste transparante gouden stralen. Met het invallen van de duisternis was het of de boom zich van zijn omgeving losmaakte en zich voor de nacht in zichzelf opsloot; zijn mysterie leek te groeien, tot het werd opgenomen in het mysterie van alle dingen.


Krishnamurti

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN