de leeuw 2

In het O.T. weet je in den beginnen niet goed wie Satan is en wie God. Het is of deze voorstellingen, die natuurlijk op ervaringen en waarnemingen berusten, zich nog niet volkomen van elkander hebben onderscheiden. Zodat de toorn Gods verschijnt als tegenstrever en vijand voor de mens. Maar in deze uitspraak van Jezus wordt een heel duidelijk onderscheid gemaakt. NL: de mens vermag de leeuw op te eten. Dwz in de mens is iets dat niet leeuw is en dat daardoor in staat is de leeuw tot buit te verklaren, waardoor deze getemd, onderworpen, vermalen, verteerd, omgezet, ja tot voedsel dient van die mens. Als de mens zoveel gezag heeft over de leeuw dat hij hem kan eten,is de leeuw gezegend, want deze is een mens geworden. Dit nu is zo allerbelangrijkst, het is zo'n unieke uitspraak omdat daarin de weg ligt tot de verlossing.

Hij is onze tegenstander, de leeuw. Onze dwingeland. Onze rustverstoorder, onze hoogmoedinjector, onze angstenbespeler, onze lafbek van een pestkop. Hij een treiteraar, een leugenaar en waarheidvervalser. Hij is wreed in zijn cynisme dat hij bedekt met een laag walgelijke sentimentaliteit waardoor hij prachtig de rol van de miskende, de vermoorde onschuld, de arme geslagene kan spelen. Soms is hij stil, maar wee als je hem op zijn tenen trapt, dan begint het gebries en gebrul. De tenen van mijnheer zelf. werkelijk we moeten de leeuw leren opvreten. Eet, dit is de kracht van de tegenstander. Eet, dit is de duisternis die je in onwetendheid wil houden. Eet, dit is de macht die je radbraken en vierendelen wil en die zo geslepen is dat iedere oprechte ziel erin loopt en het er aanvankelijk tegen aflegt. Hij is een grote lasteraar, vreet hem op. Hij is een zieleverkrachter en gemoedsvervalser. Hij is een flikflooier en een dief. Kom, eet hem. Want alleen als u hem eet, weet u hoe hij smaakt. Er zijn paarden die hard weglopen voor mensen die paardevlees eten. En zo zal het wel met de duivel gaan. Als de gezegende mens de duivel heeft opgegeten, lopen alle andere duivels voor hem weg. En daarin zal dan ook wel zijn zegen liggen. Als je meer in aanraking komt met het grote boze, het koude, bevriezende en zeer hoogmoedige, dan pas begin je te bemerken hoezeer het de mens veracht.

Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://media.putfile.com/B-de-leeuw-2

http://www.megaupload.com/?d=EIR7XQZ4

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS