het beeld 3

Een mens kan zich veel verbeelden en de ondervinding leert hoe wij slachtoffers kunnen zijn van alle mogelijke illusies, omdat de verbeeldingen tot een merkwaardig taai en schijnbaar onverslijtbaar leven behoren. Maar de zielservaring van het lichtend zelf, het volstrekte tehuis van de mens, zijn niet te onderbreken scheppend vermogen, de essentiële wortelkracht van zijn bestaan, het totaal bevrijd zijn in die belevenis van alles wat naar dood, angst en ontbinding riekt, als een onuitroeibaar lichtend punt dat altijd weer werkzaam opkomt in het bewustzijn, van een oneindige innigheid en vredekracht, is eenvoudig door geen enkele poging van het verstand uit te wissen, noch door vooroordeel, noch door de ondergang der wereld, noch door het nee van alle overige miljarden mensen.
Deze ervaring heeft geen enkele bevestiging van node. Het is eenvoudig een nieuwzijn uit zich. Het is niet een tijdelijke verschijning in de eeuwigheid, het is een eeuwige verschijning in de tijd. Het is de doorbraak van de tijd en de stroom van de tijd voert het leed der wereld ononderbroken met zich mede. En alles wat in die stroom bovendrijft, daarvan zeggen de mensen: hoe afschuwelijk is de wereld en hoe afschrikwekkend het leven. Zie, hoe triest, onvolkomen, verslindend en verbrijzelend het is, hoe onzegbaar het lijden.

Zo verbijsterd is de mens, zo vooringenomen met wat zijn zintuigen hem demonstreren, dat het eenvoudig haast ongelofelijk is en in de hoogste mate vreemd, dat zodra iemand, wie ook, zijn wil richt op een nieuwe bestemming waarin de kracht van zijn scheppende geest zich manifesteert in een zich vernieuwende ordening, alles in het werk gesteld moet worden, deze instelling - al is de poging nog zo oprecht- af te breken en zo mogelijk met uiterst negatieve middelen te vernietigen. Dit laatste is echter niet mogelijk en zo ontstaat een blijvend werkzaam heil voor de mensheid. Want iedere mens is mensheid.

Het is merkwaardig dat Jezus hier spreekt over het Beeld van het Licht des Vaders, een uitspraak die geheel in strijd schijnt te zijn met het Gebod en die voor belijders van het oude geloof dus totaal verwerpelijk is. Het blijft niettemin waar dat de Godheid, wil zich zich ooit aan ons openbaren dit alleen maar kan door zich in menselijkheid aan ons kenbaar te maken. Er is voor ons mensen geen andere mogelijkheid, want wij zijn niet anders dan mensen.
Hij kan zich goden verbeelden en zich zelfs aan hen onderwerpen zoals hij droomt in zijn mythen. Maar ook zijn dromen, in welk een verheven gestalte zij zich ook aan hem voordoen, zijn vormen uit zijn eigen scheppend geloof, ook al is hij zich deze geloofswerking niet altijd bewust. Het eigen geloof is steeds een gestalte van zijn eigen willen en als hij in en door zichzelve geconfronteerd wordt met een innig menselijke bestemming dan zal deze confrontatie tot gevolg hebben dat hij zich uit de nieuw gewekte wil tot bestemming zich een beeld schept van het ondoorgrondelijke, het niet te omvatten, het onbegrijpelijke en onaantastbare mysterie der Godheid.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=6UFVWEC5

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN