innerlijke revolutie 3

Misschien zegt iemand: daar geloof ik helemaal niet in, want daarin heb ik juist heel andere ondervindingen, die mij maken tot een speelbal, een gedrevene, een verstrooide en een dor blad dat vergaat. Maar die iemand vergist zich. Ook zijn waardigheid ligt in een werkelijke waarde, een werkelijke levenswaarde. Een waarde die geen angst kent en ook nooit angstaanjagend is.
Waardoor zal de zekerheid van een goddelijke zelfstandigheid in de mens aan te tasten zijn? Want dat is het enige wat hij werkelijk is. Natuurlijk is het een onuitwisbare belevenis dat geen omstandigheid, in welke situatie hij zich ook moge bevinden, zijn werkelijke zelfstandigheid weet te ontwrichten. Want daar moet zijn kwaliteit op berekend zijn. Niet dat zijn lichamelijkheid wordt verwoest. Nee, dat is geen beproeving voor zijn zelfstandigheid. Maar wat hem innerlijk aangedaan kan worden.

Het goud blijft altijd goud. Een edelsteen altijd een edelsteen. Daarom spreekt men over die wonderdadige geestelijke licht-substantie als het kleinood der ziel. In het boeddhisme spreekt men over het diamanten lichaam en daarmee bedoelt men het 'Boeddha-lichaam', in het Tibetaanse Dodenboek het Waarheidslichaam, het Dharma Kaya.
Paulus zegt dat het het lichaam van Christus is: 'want ik ben verzekerd dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke in Christus Jezus, onze Here.' Is dit niet een getuigenis van een wonderbaarlijke zelfstandigheid die Paulus de vrijheid schenkt zijn liefde te belijden?

Het onderwerp waarover we nu spreken is: innerlijke revolutie en een revolutie, als die slaagt, betekent een algehele omwenteling. Het leidt tot een toestand waarin niets blijft staan, dan alleen wat werkelijk staat als een rots. Er zijn nu eenmaal waarden die je door welke revolutie dan ook niet omkrijgt. Een orkaan gaat door de wereld, die alles wat wankel is, ondersteboven werpt.
Wij kunnen niet zeggen dat wij er geen erg in hebben. Er gebeurt zoveel dat aanleiding is tot panische geruchten. U weet het wel: 'ge zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen, maar wordt niet verschrikt'.
Overstromingen, hongersnood en aardbevingen. Het is of zij voortkomen uit de angsten der mensen en hun onzekerheden. Het gaat niet aan om gelijk als cynische mensen te spreken dat iets dergelijks altijd gebeurt, dat het eenvoudig een drang is in het natuurlijk gebeuren tot zelfvernietiging, opdat er niet teveel mensen zullen komen.
Alleen zij die zo spreken zijn er toch maar liever niet bij. En het is wel te begrijpen dat velen geen waarde hechten aan een God die dit alles zou laten geschieden.

U vindt nl. nergens een dergelijke God die een verwoester is en een doder. Want dit is in het rijk Gods niet. Het gaat om een blijvende waarde en dat wij die ons bewust zouden zijn, in het besef van tijdloosheid, van eeuwigheid en oneindigheid. Dit wordt te kennen gegeven in het feit dat God de dagen verkort heeft om der uitverkorenen wil. Dit verkorten der dagen ligt in de mogelijkheid dat ons bewustzijn deel krijgt aan het innerlijk rijk waarin geen dagen meer worden geteld en waardoor die merkwaardige toestand optreedt dat hoewel wij een vergankelijk lichamelijk leven hebben, de lichamelijke ouderdom geen vat krijgt op onze innerlijke geesteshouding die geen toekomst noch verleden meer kent.
De verkorting der dagen geldt alleen voor de uitverkorenen. Dit laatste suggereert steeds een zekere voorkeur alsof de godheid zich een willekeur veroorlooft die tot een uitverkiezing leidt. Dit is niet mogelijk. Door sommige gelovigen wordt dan verondersteld dat de almacht Gods tot willekeurige besluiten leidt en dat zulks krachtens zijn almacht mogelijk is.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS