innerlijke revolutie B 3

Indien men eenmaal de kracht bezit, gedachten en voorstellingen en zich opdringende gewaarwordingen een halt toe te roepen als ze ziekelijk, verdrietig of verstorend willen werken, zal het besef opkomen hoe uit het eigen innerlijk, krachten opwellen uit de bron van het zelf, die zeer werkelijk zijn en betrouwbaar.
Daardoor zijn ze uit zichzelve ordenend en harmonisch in het uiterlijke leven werkzaam en werpen vruchten af. Er is niet langer enige vrees die uit de uiterlijke wereld tot ons zou komen. Er zijn wel, wat je noemt, wereldse genoegens en vreugden die ons van buitenaf geschonken worden, maar tov het innerlijke leven mis je ze niet. Het innerlijke leven is immers niet te overtreffen? De constante vreugde ervan is onverstoorbaar en heeft geen tegenstelling nodig door haar eigen afwezigheid.

Als onze impulsen gericht zouden zijn op de innerlijke oorsprong van alle leven dan zouden ze zichzelf opheffen in die oorsprong en daardoor zou de eigenlijke impulsiviteit teniet worden gedaan. Ook als een mens vervuld is van een onbewingbare drang naar het zelf, dan zal deze onbedwingbaarheid tenslotte zichzelfve vernietigen in het vuur van het beoogde doel.
God is verterend vuur en het is uit innerlijke noodwendigheid dat wij ons tot Hem begeven, in de kracht onzer liefde die tenslotte onze geestelijke lichamen laat overblijven wijl deze uit goddelijk materiaal zelve zijn voortgekomen. Dan zijn wij zelf verterende vuren geworden en alle schijngestalten gaan in ons bewustzijn teniet. Daarin ligt het geheim van het onsterfelijke leven en de merkwaardige gewaarwording dat men gedurende zijn aardse leven aan deze omzetting is uitgeleverd terwijl dat wat ons verteert de overheersende dominantie blijft.

De innerlijke revolte treedt op wanneer wij in ons persoonlijke leven geneigd zijn ons te wreken of ons in onze eer getast te gevoelen, tekort gedaan, teleurgesteld of op een andere wijze gekwetst. Het is natuurlijk helemaal niet leuk om behandeld te worden als een nul of niet gezien te worden in wat wij onder onze persoonlijkheid verstaan. Wij kunnen er niet van slapen, gevoelen ons diep gekrenkt en vervullen ons met wraakgevoelens. Ook gevoelen wij ons bedrogen als een ander niet aan onze verwachtingen beantwoordt, wie die ander dan ook is, en dragen de wereld en onze medemensen een wantrouwend hart toe. En toch schijnt er een bewustzijnstoestand te zijn - ze is er met de grootste stelligheid - waarin een mensenkind van al deze zaken nauwelijks of helemaal geen last heeft.

Het is tov het geluk van die toestand eigenlijk niet meer van belang. Het is wel te begrijpen dat het niet een gering offer is dat wij moeten brengen, het offer van de persoonlijkheid met alles wat er aan vastzit. Dat offer is niet meer of minder dan de kruisdood. Het betekent de volstrekte bereidheid zich zonder enig verzet of tegenweer, zonder enige overheersing van gekrenkte trots of haat of het hele tumult van onze aan flarden gescheurde dierbare persoonlijkheid met status, goede naam en al, over te geven en ons te laven aan het licht ener nieuwe geboorte; een onaantastbaar bewustzijn dat zijn heil en vreugde niet te danken heeft aan welke pogingen tot verlichting van buitenaf, welk medeleven ook en goed bedoelde sentimenten, maar enkel en alleen aan de innerlijke God die zich in dat zich vernieuwende bewustzijn alomtegenwoordig openbaart, als een niet te schokken werkelijkheid van bewustzijn.
Dit nl is de oorsprong van ieder bewustzijn, maar de mensen zijn zozeer met het belang van hun persoonlijkheid en hun lichamelijkheid vervuld, dat zij daardoor de ware eenheid, het werkelijk onverdeelde, de enig genezende en zegenende werkelijkheid niet meer kunnen bevatten.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS