over het geluk afsluiting

Maar laten wij ons niet op zijwegen begeven. Wij weten wel, wij gunnen elkander alles en het geluk is er alleen maar om verstoord te worden en benijd. Daarom, op uw tocht zult ge vele hongerige ogen ontmoeten van zielen, die zich niet uit het lijden konden verheffen of het niet wilden. Wie ziet nu het leed als een kwaad dat overwonnen moet worden? Slechts weinigen, want vele eeuwen zijn wij vergiftigd met de opvatting dat lijden het werkelijk algemeen menselijke is, dat het schoon is te lijden en dat wij daarin elkander kunnen begrijpen. Maar geluk?
Wie voelt er mee met een gelukkig mens? Daarom, het geluk laat men liggen en gelukkige mensen ziet men niet aan, tot zij vertrokken zijn van deze wereld en men de moed heeft ze weer uit de herinnering op te laten komen en stil hun woorden weer uit te spreken, omdat wij mensen zo een onuitsprekelijke behoefte hebben aan echt en waarachtig geluk. Geluk zoals kinderen het kennen.
O mijn geluk, hoe bemin ik u.

Ik ben het geluk

Ik ben het geluk, maar ge kunt mij niet grijpen en organiseren noch bevelen, niet bedwelmen, noch vangen.
Hoog ben ik, licht, onvermengd en helder
en stroom naar ieder mensenhart uit.
Het pure leven, ontdaan van denken, menen, voorstelling, reden en vragen naar waarom.
Ik ken geen waarom en antwoord alleen maar met mijn tegenwoordigheid, verscholen in uw hart.
Ge behoeft mij niet te begrijpen en als ge vraagt: zijt ge voor mij gekomen, dan antwoord ik: Ja, voor u, altijd voor u.
Geloof mij toch, herken mij.
Misschien kom ik van heel ver en ben voor u onverstaanbaar als een vreemde, omdat ik kom uit 'in den beginne' het allereerste van het leven, dat als een onbereikbaar punt is in uw herinnering.
Want ik ben altijd bij u geweest, ook vóór uw herinnering.
Ik ben de pure smaak van het leven zonder bitterheid, niet wrang en zonder enig lijden.

Ik weet wel waar doorheen ge waadt en wat ge er voor over hebt mij te aanschouwen en de uwe te noemen, alles hebt ge er voor over ofschoon uw voeten zijn geschonden en de tocht soms zwaar was, maar ik ben balsem voor uw voeten en voor de gebroken en vertrapte harten.
Ik, uw geluk, ik zie u aan en herken het stralen van uw ogen.
Er is geen oordeel in deze vreugde en geen enkele nagedachte.
Heb daarom geen wroeging en wend u oprecht tot mij.
Want ik, uw geluk, kan u ontslaan uit boeien van schuld en noden, van angst en dreiging en dood.
Ik, het geluk, ben uw ware, echte leven, uw weg en uw waarheid.
Zie, en herken mij en ge hebt u zelf gevonden.
Ook moogt ge geen naam aan mij verbinden, geen enkele naam.
Want welke naam gij mij ook zou geven: ik ben het geluk.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE