het innerlijke leven 2
Men hoort het niet, men ziet het niet, men tast het niet en niettemin manifesteert het zich in een besef van vrede en onverstoorbare veiligheid. En omdat het niet als een begrensdheid waar te nemen is, is er de neiging om over grote en onmetelijke woorden te gaan beschikken, waardoor het toch niet nader komt. Bv alomvattend, alomtegenwoordigheid, kosmische census, enz.
Het is mogelijk aan de rand van de zee te staan, terwijl een beetje water over je voeten golft, wat je een oceanische gewaarwording kan geven. Berust de atoomsplitsing niet op de macht van het kleine, waaruit zich het licht van duizend zonnen manifesteert?
De negende kaart van de tarot vertegenwoordigt de 'Hermiet'. Deze beantwoordt aan de negende Sephira van het kabbalistisch werkingsveld dat op magische wijze de verborgen ordening verzinnebeeldt, die aan mens en mensheid ten grondslag ligt. De naam van de negende Sephira is Jesod, waarvan de stam 'sod' fundament betekent.
Het ligt voor de hand dat dit fundamentele onwankelbaar en onverstoorbaar moet zijn. Het heeft geen zin dit als een filosofische speculatie te accepteren. Het is nl een ervaarbare werkelijkheid, die gewild wordt met dezelfde onverzettelijkheid als de grondslag van het woord Jesod uitmaakt. Uit deze wilsonverzettelijkheid ontwikkelt zich in de ziel een kernachtig besef van een onwankelbaar beginsel, dat in zich alle krachten draagt, die de mens zich geleidelijk bewust wordt, waardoor hij ervaart deel te krijgen aan een oer-grond in zichzelf waarvan de draagkracht al groter en groter wordt, een rijk, dat als een onmetelijk geschenk zijn eigen genoemd kan worden. Niet in de persoonlijke opvatting als een bezit, maar als een deelkrijgen aan een universele, voor alle mensen bestemde wereld, waarin geen mijn en dijn meer is en 'al het mijne het uwe'.
In het bewustzijn daarvan is geen enkel belang noch verlangen te bespeuren. Alle gevoel van afgescheidenheid is er opgeheven en het besef voor zichzelf te moeten zorgen of op enigerlei wijze bezorgd te zijn, waarover dan ook, valt er gewoon weg. Alles wat een mensenkind zou te vrezen hebben, heeft hier geen aangrijpingspunten meer. En het werkt als een wonder dat in de onvolkomenheid en gebrekkigheid van het mensenbestaan dit volkomene en vervulde leven zich zou kunnen kenbaar maken.
Het ligt voor de hand dat vele mensen dit eenvoudig het Godsrijk noemen en hun onverzettelijke wil zelf het bewijs is daarin onwankelbaar te geloven. Dit rijk zal het begin en het einde betekenen van al het geschapene, van alles wat is. Het onmeetbare en tijdloze, het oneindige en onbegrijpelijk eeuwige, het blijvende temidden van alle tijdelijkheden.
Het merkwaardige en verblijdende van deze levensgang is, dat een ieder die deze onuitblusbare drang kent, zich hoe langer hoe meer bewust gaat worden alsof het een ontwaken is tot een geheel nieuw leven. Dit houdt in dat zijn besef van vrijheid en vormgeving meer en meer toeneemt, zodat hij doordrongen wordt van wat het zeggen wil te léven; niet enkel een passief ondergaan van alles wat er om hem heen en in de wereld gebeurt en daar voortdurend van onder de indruk te zijn of gehypnotiseerd, maar dat hij zelf de hand aan de ploeg vermag te slaan; wat in dit geval betekent dat hij zelf uit eigen beweging actief wordt, willend, scheppend en vormgevend aan zichzelf en zijn lot.
Deze eigen beweging zal hij niet voor zichzelf opeisen, alsof het iets is dat hem en hem alleen toebehoort. Het gevoel van het eigene komt voort uit een diep vertrouwd zijn met wat hem doet 'zijn en bewegen en leven' en dat zijn oorsprong heeft in het Al-éne, God. Indien hij dit gevonden heeft, weet hij zichzelf voor altijd geworteld in een lichtsubstantie, die nooit enige schade toegebracht kan worden, waardoor zijn dankbaarheid en onverstoorbaarheid begrijpelijk worden.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Het is mogelijk aan de rand van de zee te staan, terwijl een beetje water over je voeten golft, wat je een oceanische gewaarwording kan geven. Berust de atoomsplitsing niet op de macht van het kleine, waaruit zich het licht van duizend zonnen manifesteert?
De negende kaart van de tarot vertegenwoordigt de 'Hermiet'. Deze beantwoordt aan de negende Sephira van het kabbalistisch werkingsveld dat op magische wijze de verborgen ordening verzinnebeeldt, die aan mens en mensheid ten grondslag ligt. De naam van de negende Sephira is Jesod, waarvan de stam 'sod' fundament betekent.
Het ligt voor de hand dat dit fundamentele onwankelbaar en onverstoorbaar moet zijn. Het heeft geen zin dit als een filosofische speculatie te accepteren. Het is nl een ervaarbare werkelijkheid, die gewild wordt met dezelfde onverzettelijkheid als de grondslag van het woord Jesod uitmaakt. Uit deze wilsonverzettelijkheid ontwikkelt zich in de ziel een kernachtig besef van een onwankelbaar beginsel, dat in zich alle krachten draagt, die de mens zich geleidelijk bewust wordt, waardoor hij ervaart deel te krijgen aan een oer-grond in zichzelf waarvan de draagkracht al groter en groter wordt, een rijk, dat als een onmetelijk geschenk zijn eigen genoemd kan worden. Niet in de persoonlijke opvatting als een bezit, maar als een deelkrijgen aan een universele, voor alle mensen bestemde wereld, waarin geen mijn en dijn meer is en 'al het mijne het uwe'.
In het bewustzijn daarvan is geen enkel belang noch verlangen te bespeuren. Alle gevoel van afgescheidenheid is er opgeheven en het besef voor zichzelf te moeten zorgen of op enigerlei wijze bezorgd te zijn, waarover dan ook, valt er gewoon weg. Alles wat een mensenkind zou te vrezen hebben, heeft hier geen aangrijpingspunten meer. En het werkt als een wonder dat in de onvolkomenheid en gebrekkigheid van het mensenbestaan dit volkomene en vervulde leven zich zou kunnen kenbaar maken.
Het ligt voor de hand dat vele mensen dit eenvoudig het Godsrijk noemen en hun onverzettelijke wil zelf het bewijs is daarin onwankelbaar te geloven. Dit rijk zal het begin en het einde betekenen van al het geschapene, van alles wat is. Het onmeetbare en tijdloze, het oneindige en onbegrijpelijk eeuwige, het blijvende temidden van alle tijdelijkheden.
Het merkwaardige en verblijdende van deze levensgang is, dat een ieder die deze onuitblusbare drang kent, zich hoe langer hoe meer bewust gaat worden alsof het een ontwaken is tot een geheel nieuw leven. Dit houdt in dat zijn besef van vrijheid en vormgeving meer en meer toeneemt, zodat hij doordrongen wordt van wat het zeggen wil te léven; niet enkel een passief ondergaan van alles wat er om hem heen en in de wereld gebeurt en daar voortdurend van onder de indruk te zijn of gehypnotiseerd, maar dat hij zelf de hand aan de ploeg vermag te slaan; wat in dit geval betekent dat hij zelf uit eigen beweging actief wordt, willend, scheppend en vormgevend aan zichzelf en zijn lot.
Deze eigen beweging zal hij niet voor zichzelf opeisen, alsof het iets is dat hem en hem alleen toebehoort. Het gevoel van het eigene komt voort uit een diep vertrouwd zijn met wat hem doet 'zijn en bewegen en leven' en dat zijn oorsprong heeft in het Al-éne, God. Indien hij dit gevonden heeft, weet hij zichzelf voor altijd geworteld in een lichtsubstantie, die nooit enige schade toegebracht kan worden, waardoor zijn dankbaarheid en onverstoorbaarheid begrijpelijk worden.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties