14-1-42 overzien

Eigenlijk hoef ik nooit meer iets te schrijven voor m'n gevoel, omdat er alles te schrijven zou zijn. Een ruige handdoek over je naakte lichaam in de koude ochtend. En een vriendschap, die nu als een voortdurend levende en voelbare bron in je is. En een blijmoedigheid, die door niets meer vertroebeld schijnt te kunnen worden. De inzinkingen zijn eigenlijk alleen nog maar van de volgende soort: het leven is dan plotseling in je als een smalle troebele sloot. Maar die sloot is maar een smal streepje in een wijd en bloeiend landschap. Vroeger was dan ineens alles grauw en troebel en vermoeid. En nu blijf ik het hele landschap zien en die sloot hoort er nu eenmaal ook bij. Ik blijf nu voortdurend het geheel overzien.

Ook bij mensen. Als Tideman vroeger zo kinderlijk eerzuchtig en bijna bakvisachtig onnozel en naief was op die cursusavonden, dan was ik daardoor plotseling het uitzicht op de rest van haar persoonlijkheid kwijt. En nu blijf ik de rest in het oog houden. Ik blijf steeds zien de waarde van de hele mens, ook in z'n ondiepere en alledaagsere momenten. En het praktische gevolg daarvan is, dat het leven als een ongebroken eenheid in je is en naar alle kanten in je uitstroomt. Ook mezelf accepteer ik nu in m'n geheel. Vroeger zou me dat pijnlijk hebben beroerd, wanneer ze me, zoals gisterenavond, na de cursus gezegd zouden hebben: je bent veel te scherp en te ironiserend tegen dat object geweest, dat moet je niet doen, dat is niet aardig. Vroeger zou ik me daar rot over hebben gevoeld. Alleen omdat ik dan gedacht zou hebben: nu vinden ze me zeker minder aardig. Maar daaraan denk ik nooit meer. Kritiek wordt dankbaar aanvaard en er wordt gebruik van gemaakt, maar ik pieker er niet verder over na. Ik accepteer van mezelf ook m'n onaangenamere momenten en kom er tegen anderen eerlijk voor uit.

Etty Hillesum

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN