27-2-42 begrip

Een mens schept zijn eigen lot van binnen uit, dit lijkt me een roekeloze uitspraak. Maar hóe men zich innerlijk instelt tot dit lot kan de mens wel zelf bepalen. Men kent iemands leven niet wanneer men de uiterlijke feiten kent. Om iemands leven te kennen moet men zijn dromen kennen, zijn verhouding tot zijn verwanten, zijn stemmingen, zijn teleurstellingen, zijn ziekte en dood. Ik ben eigenlijk niet bang. Niet uit een bravouregevoel, maar uit een gevoel dat ik toch altijd met mensen te doen heb en dat ik proberen zal iedere uiting te begrijpen van wie dan ook, voor zover me dat mogelijk zou zijn.

En dát was het historische van deze ochtend: niet dat ik door een ongelukkige Gestapojongen werd aangeschreeuwd, maar dat ik oprecht niet verontwaardigd was, maar een heus medelijden met hem had, dat ik hem het liefst gevraagd zou hebben: heb je zo'n ongelukkige jeugd gehad of heeft je meisje je bedrogen. Hij zag er gekweld en opgejaagd uit, overigens ook heel onaangenaam en slap. Ik was het liefst direct met een psychologische behandeling begonnen, me er zeer sterk van bewust zijnde dat deze jongens beklagenswaardig zijn zolang ze geen kwaad kunnen, maar levensgevaarlijk als ze op de mensheid losgelaten worden. Misdadig is alleen het systeem dat deze kerels gebruikt. En wanneer men het heeft over uitroeien, dan toch het kwaad in de mens en niet de mens.

Etty Hillesum

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN