16-9-42 één groot leven

En nu loop ik weer die paar straten.
Wat ben ik ze dikwijls gegaan, ook samen met hem, in altijd boeiende en vruchtbare dialoog. En wat zal ik die paar straten nog dikwijls lopen, op welke plek ter wereld ik ook ben op die hoogvlaktes in me waar mijn eigenlijke leven zich afspeelt. Wordt er nu van me verwacht dat ik een treurig of plechtig gezicht zet? Ik ben toch niet treurig? Ik zou mijn handen willen vouwen en zeggen: kinderen, ik ben zo gelukkig en zo dankbaar en ik vind het leven zo mooi en zinrijk. Jawel, mooi en zinrijk, terwijl ik hier sta aan het bed van mijn dode vriend, die veel te jong gestorven is en terwijl ik ieder ogenblik gedeporteerd kan worden naar een onbekend gebied. Mijn God, ik ben je zo dankbaar voor alles.
Met datgene van de dode dat eeuwig leeft zal ik verder leven en datgene in de levenden dat dood is, zal ik weer tot leven wekken en zo zal er niets dan leven zijn, één groot leven, mijn God.

Etty Hillesum

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE