beeldenspel uit roman het Groene Gezicht
U bent er dus vast van overtuigd dat er een leven na de dood is? vroeg
Pfeill. Jazeker, daar ben ik van overtuigd. Natuurlijk is het paradijs geen
plaats maar een toestand. Het leven op aarde is immers ook niets anders dan een
toestand. Het vraagstuk van het paradijs is een tweesnijdend zwaard. Men kan er
velen onherstelbaar mee kwetsen als je zegt dat er daarboven alleen maar beelden
zijn. Beelden? Hoe bedoelt u dat? Ik zal het u met een voorbeeld verduidelijken.
Mijn vrouw - u weet dat ze jaren geleden gestorven is - hield ontzaglijk veel
van mij - en ik van haar. Nu is zij aan 'gene zijde' en droomt dat ik bij haar
ben. Dat ik niet werkelijk bij haar ben, maar alleen mijn 'beeld', weet zij
niet. Als ze het wist, zou het paradijs een hel voor haar zijn. Iedere stervende
die overgaat vindt aan gene zijde de beelden van hen naar wie hij verlangt heeft
en hij gelooft in hun realiteit. Ook de beelden van de dingen waaraan hij zijn
hart verpand heeft.
Gustav Meyrink
Gustav Meyrink
Reacties