onvergankelijke liefde uit roman het Groene Gezicht
Je hebt om vergankelijke liefde geroepen, ik heb je vergankelijke liefde
gebracht.
Want ik ben niet op aarde gebleven om te nemen: ik ben gebleven om te geven - ieder wat hij verlangt. Alleen weten de mensen niet wat hun ziel verlangt. Als ze het wisten, waren zij ziende.
Jij hebt in de salon der illusies van de wereld naar nieuwe ogen verlangd om de dingen van de wereld in een nieuw licht te zien. Herinner je, je niet dat ik gezegd heb dat je eerst je oude ogen uit je hoofd moest huilen voordat je nieuwe kon krijgen?
Jij hebt verlangd naar kennis - ik heb je het dagboek van een van de mijnen gegeven, die hier in dit huis geleefd heeft toen zijn lichaam nog vergankelijk was.
Eva heeft naar onvergankelijke liefde verlangd: die heb ik haar gegeven - en die zal ik om harentwille ook aan jou geven. Vergankelijke liefde is een spookachtige liefde.
Waar ik op aarde een liefde zie ontluiken die boven de liefde tussen spookgestalten uitgroeit, daar spreid ik mijn handen als beschuttende takken boven hen uit, ter bescherming tegen de dood die zijn vruchten wil plukken, want ik ben niet alleen het fantoom met het groene gezicht, ik ben ook Chidher, de eeuwig groenende boom.
Gustav Meyrink
Want ik ben niet op aarde gebleven om te nemen: ik ben gebleven om te geven - ieder wat hij verlangt. Alleen weten de mensen niet wat hun ziel verlangt. Als ze het wisten, waren zij ziende.
Jij hebt in de salon der illusies van de wereld naar nieuwe ogen verlangd om de dingen van de wereld in een nieuw licht te zien. Herinner je, je niet dat ik gezegd heb dat je eerst je oude ogen uit je hoofd moest huilen voordat je nieuwe kon krijgen?
Jij hebt verlangd naar kennis - ik heb je het dagboek van een van de mijnen gegeven, die hier in dit huis geleefd heeft toen zijn lichaam nog vergankelijk was.
Eva heeft naar onvergankelijke liefde verlangd: die heb ik haar gegeven - en die zal ik om harentwille ook aan jou geven. Vergankelijke liefde is een spookachtige liefde.
Waar ik op aarde een liefde zie ontluiken die boven de liefde tussen spookgestalten uitgroeit, daar spreid ik mijn handen als beschuttende takken boven hen uit, ter bescherming tegen de dood die zijn vruchten wil plukken, want ik ben niet alleen het fantoom met het groene gezicht, ik ben ook Chidher, de eeuwig groenende boom.
Gustav Meyrink
Reacties