lantarenopsteker uit roman de Witte Dominicaan

Later vernam ik dat een voorvader van de baron een eenvoudige lantarenopsteker was geweest, die men, om ik weet niet welke reden, in de adelstand had verheven. Op bevel van de baron moest ik reeds de volgende dag mijn werk beginnen.
Je hand moet leren, wat later je geest moet voortzetten, zei hij. Al is een beroep ook nog zo gering, het wordt geadeld als de geest het later kan overnemen. Een arbeid, die de ziel weigert als erfenis te aanvaarden, is niet waard dat hij door het lichaam wordt volbracht.
Moet ik 's morgens vroeg de lantarens weer uitdoven? Vroeg ik verlegen. De baron streek mij liefkozend langs de wang: Natuurlijk, als de zon komt hebben de mensen toch immers geen ander licht meer nodig.

Gustav Meyrink

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE