religie als leven en daad

Religie is leven en moet weer leven worden. Alleen zó heft de mens zich uit vermeende onvrijheid van de wil, knechtschap van de ziel en geestelijke onwetendheid óp tot zelfverantwoordelijkheid als vrije werker en vervuller van de wil tot worden van de godheid; alleen zó overwint hij de wereld en wordt meester van zijn lot.
Wij staan midden in het oneindige krachtveld van de godheid. Wij moeten ons daarvan slechts bewust worden en ons openstellen - niet zoals een oester die zijn schelp opent om deel te hebben aan het leven in de zee, doch als de tot zichzelf ontwaakte ziel, die weet dat zij in het Al geborgen is en dat God in haar woont als haar helper en vriend. Wij behoeven niet te wachten op de eeuwigheid, wij zijn reeds hier en nu midden in de Eeuwigheid en met de wortels van ons leven verzonken in het oneindige leven van het Al.

Wanneer wij de religie verstaan als bewustzijn van de Kracht van het Al in ons, en onszelf aanvaarden als de belichaming van de scheppende kracht van het Al, die ons de macht verleent om van ons leven, naar vrij wilsbesluit, dát te maken wat we willen. Als het leven van de meesten desondanks zo onvolkomen en zo vol disharmonie is, ligt het daaraan dat wij van die macht nog een onwijs en verkeerd gebruik maken en nog zo weinig weten van haar wetten.
Wanneer wij deze Al-krachten volledig in ons doen ontwaken, werken zij onmiddelijk ordenend en vernieuwend op ons denken en leven in, en doet zij ons er zeker van zijn dat "in ons de kracht is zelfs het onmogelijke mogelijk te maken en het hoogste te bereiken". Dat is geen zelfoverschatting, maar een innerlijk superieur zijn aan het lot bij hen die tot de Al-zekerheid ontwaakt zijn en die juist door dit zeker-zijn hun aardse taken meester worden, en die in een gelovig aangrijpen van de innerlijke hulp, voortschrijden van vervulling tot vervulling.

Schiller heeft religie omschreven als het 'beleven van de goddelijke wereldgrond in onszelf, van de God die in onze boezem gebiedt'. Goethe bedoelt hetzelfde met: 'Ik geloof dat wij een vonkje van het eeuwige Licht in ons dragen dat moet oplichten vanuit de oergrond van het bestaan, en dat onze ontoereikende zintuigen slechts in de verte vermoeden kunnen. Dat vonkje in ons tot een vlam te doen worden en het goddelijke in ons te verwerkelijken, is onze hoogste plicht.'


K.O Schmidt

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE