religie geen belijden maar beseffen
Wij begrijpen nu dat religie op zichzelf niets met geloofsopinies te maken
heeft. Het is geen menen, maar zekerheid; geen belijden maar beseffen; geen
eenmalige historische openbaring, maar de eeuwige zelf-openbaring van het
goddelijke in de mens en in het Al, die te allen tijde door iedereen ervaren kan
worden.
Confessies zijn er vele, religie is eenheid. De confessies sluiten elkaar uit, de religie omvat allen. Confessies zijn mensenwerk, door de tijd bepaalde verstarde vormen; religie is het eeuwige werken van de ineigen godheid, zij blijft altijd nieuw en kent geen einde. Confessies belichten de werkelijkheid van buitenaf; religie is verlichting en schouwen van de waarheid van binnenuit. Confessies verhullen de waarheid; religie is er de kern van. En alleen om die kern gaat het.
Dat is het grootste dat Eckhart ons leert: dat eenheid in de kennis van God - bij alle verscheidenheid van God belijden - mogelijk is en dat God een voor iedereen te ervaren werkelijkheid is.
Midden in de eindigheid van het leven van alledag kunnen wij de oneindige geest des levens ervaren en één met hem worden! Deze kennis van God vraagt niet om bewijzen, zij bewijst zichzelf. Het bewustzijn dat de eeuwige Wil in al wat gebeurt doorwerkt, maakt de mens innerlijk vrij, superieur en onoverwinnelijk.
Uit het bewustzijn 'God, de geest van het Al, woont in mij', spruiten bij de mens de moed en het vertrouwen voort, de kracht en het gelovig aanvaarden van het lot. Dan lijdt hij niet meer onder conflicten van het bestaan, de zin ervan heeft hij doorschouwd, hun macht is gebroken, de nood is gekeerd.
De religio is dus iet iets dat buiten het leven staat, zij is het leven zelf in zijn hoogste openbaring. Zij is niet een weten, doch een zijn dat zich uitdrukt in de daad.
K.O. Schmidt
Confessies zijn er vele, religie is eenheid. De confessies sluiten elkaar uit, de religie omvat allen. Confessies zijn mensenwerk, door de tijd bepaalde verstarde vormen; religie is het eeuwige werken van de ineigen godheid, zij blijft altijd nieuw en kent geen einde. Confessies belichten de werkelijkheid van buitenaf; religie is verlichting en schouwen van de waarheid van binnenuit. Confessies verhullen de waarheid; religie is er de kern van. En alleen om die kern gaat het.
Dat is het grootste dat Eckhart ons leert: dat eenheid in de kennis van God - bij alle verscheidenheid van God belijden - mogelijk is en dat God een voor iedereen te ervaren werkelijkheid is.
Midden in de eindigheid van het leven van alledag kunnen wij de oneindige geest des levens ervaren en één met hem worden! Deze kennis van God vraagt niet om bewijzen, zij bewijst zichzelf. Het bewustzijn dat de eeuwige Wil in al wat gebeurt doorwerkt, maakt de mens innerlijk vrij, superieur en onoverwinnelijk.
Uit het bewustzijn 'God, de geest van het Al, woont in mij', spruiten bij de mens de moed en het vertrouwen voort, de kracht en het gelovig aanvaarden van het lot. Dan lijdt hij niet meer onder conflicten van het bestaan, de zin ervan heeft hij doorschouwd, hun macht is gebroken, de nood is gekeerd.
De religio is dus iet iets dat buiten het leven staat, zij is het leven zelf in zijn hoogste openbaring. Zij is niet een weten, doch een zijn dat zich uitdrukt in de daad.
K.O. Schmidt
Reacties