plichtsvervulling
E: De mens dient al zijn werken te verrichten naar de ordening van het Godsrijk in
hem. Wanneer onze werken tot stand komen op de wijze van de mens, dan is er zeer
spoedig onkruid en onvrede tussen; verricht de mens ze echter in Gods rijk, dan
blijft de vrede in al zijn werken.
En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed', zo staat er in het scheppingsverhaal. Hetzelfde zeg ik van de ziel: in zover zij al haar werken ziet in het Godsrijk en ze daarop richt, zijn zij volmaakt. Tot het volmaakt worden behoort ook dat iemand erop toeziet dat al zijn werken samengaan tot één werk. Ook dit uniforme richten van zijn werken moet van het Godsrijk uit geschieden, waar de mens God is. Daar antwoorden alle dingen hem naar goddelijke trant, daar heeft de mens ook de heerschappij over al zijn werken."
Hoemeer deze bewuste gerichtheid van ons Zelf en van ons werken op God tot een gewoonte wordt, des te onafhankelijker worden wij van uiterlijke omstandigheden en tegenstanden, des te sterker wordt ons doorzettings- en prestatievermogen, des te wezenlijker en rijker aan inhoud wordt ons leven.
Dit intensiveren van ons leven is geheel en al natuurlijk, daar wij nu toenemend kracht putten uit de grotere diepten van het Al-leven. Hoe levendiger daarop onze aanraking met de werkelijkheid wordt, des te stelliger bepalen wij onze levensomgeving.
K.O. Schmidt
Weer hetzelfde thema. Alles kan uiteindelijk een uitdrukking vh Goddelijke worden. Als je op je plek bent, waar dit ook is, wat je ook doet. Als t in harmonie is met t Goddelijke ben je op de enig juiste plek. Dat kan totaal onzichtbaar is, schijnbaar onbetekenend en totaal in de picture dat ieder je ziet. Dat is niet aan jou, dat is aan t Goddelijke in jou, wat Wil.
Het totale leven draait erom om weer tot die harmonie te komen, te resoneren in t Goddelijke, dat je zo een instrument van God het Goddelijke kunt worden.
lieve warme groet Kagib
En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed', zo staat er in het scheppingsverhaal. Hetzelfde zeg ik van de ziel: in zover zij al haar werken ziet in het Godsrijk en ze daarop richt, zijn zij volmaakt. Tot het volmaakt worden behoort ook dat iemand erop toeziet dat al zijn werken samengaan tot één werk. Ook dit uniforme richten van zijn werken moet van het Godsrijk uit geschieden, waar de mens God is. Daar antwoorden alle dingen hem naar goddelijke trant, daar heeft de mens ook de heerschappij over al zijn werken."
Hoemeer deze bewuste gerichtheid van ons Zelf en van ons werken op God tot een gewoonte wordt, des te onafhankelijker worden wij van uiterlijke omstandigheden en tegenstanden, des te sterker wordt ons doorzettings- en prestatievermogen, des te wezenlijker en rijker aan inhoud wordt ons leven.
Dit intensiveren van ons leven is geheel en al natuurlijk, daar wij nu toenemend kracht putten uit de grotere diepten van het Al-leven. Hoe levendiger daarop onze aanraking met de werkelijkheid wordt, des te stelliger bepalen wij onze levensomgeving.
K.O. Schmidt
Weer hetzelfde thema. Alles kan uiteindelijk een uitdrukking vh Goddelijke worden. Als je op je plek bent, waar dit ook is, wat je ook doet. Als t in harmonie is met t Goddelijke ben je op de enig juiste plek. Dat kan totaal onzichtbaar is, schijnbaar onbetekenend en totaal in de picture dat ieder je ziet. Dat is niet aan jou, dat is aan t Goddelijke in jou, wat Wil.
Het totale leven draait erom om weer tot die harmonie te komen, te resoneren in t Goddelijke, dat je zo een instrument van God het Goddelijke kunt worden.
lieve warme groet Kagib
Reacties