Intelligentie
We liepen in een drukke straat. De trottoirs waren vol mensen en de stank van uitlaatgassen van auto's en bussen drong zich in onze neusgaten. In de winkels lagen allerlei dure en prullerige artikelen uitgestald. De hemel had de kleur van bleek zilver. In het park was het heerlijk, toen we het rumoer van de drukke hoofdstraat achter ons lieten. We liepen het park een eindje in en gingen ergens zitten.
Hij zei dat de staat, met zijn militaire praktijken en zijn wetten, tegenwoordig bijna overal het individu opslokte en dat eerbied voor de staat de plaats begon in te nemen van eerbied voor God. In de meeste landen drong de staat door tot in de intiemste levenssfeer van het volk; ze kregen te horen wat ze moesten lezen en wat ze moesten denken. De staat bespioneerde zijn burgers, hield een alziend oog op hen gericht en nam de taak van de kerk over. De staat belichaamde de nieuwe godsdienst. Zoals de mens voorheen de slaaf van de kerk was, was hij nu de slaaf van de staat. Vroeger was het de kerk die zijn opvoeding regelde, nu deed de staat dat; en geen van beide hielden ze zich bezig met de bevrijding van de mens.
In welke betrekking staat het individu tot de maatschappij? Het is duidelijk dat de maatschappij er is voor het individu, en niet andersom. De maatschappij is er om de mens tot bloei te laten komen en om het individu de vrijheid te verschaffen, waardoor hij in staat is de opperste Intelligentie wakker te roepen. Die Intelligentie is niet alleen het cultiveren van een bepaalde vaardigheid of kennis; ze betekent in contact staan met die scheppende werkelijkheid die buiten het terrein van de oppervlakkige geest blijft.
Intelligentie is geen stapsgewijs toenemend resultaat, maar: vrij zijn van groeiende prestaties en succes. Intelligentie is nooit statisch; ze valt niet te vermenigvuldigen en te normaliseren en dus ook niet te onderwijzen. Intelligentie moet je in vrijheid ontdekken.
Krishnamurti
Reacties