Stilte
De motor was krachtig en goed afgesteld; hij nam de heuvels met gemak, zonder horten of stoten, en zijn acceleratievermogen was perfect. Vanuit het dal liep de weg steil omhoog, tussen sinaasappelboomgaarden en hoge, wijdvertakte notenbomen door. Aan beide zijden strekten de boomgaarden zich minstens zestig kilometer uit, tot aan de voet van het gebergte. De weg liep daarna in een rechte lijn door een paar stadjes heen en zette zich dan voort door open veld, vol heldergroene klaver. Na zich vervolgens weer tussen vele heuvels door te hebben geslingerd, kwam hij tenslotte uit op de woestijn.
De weg was vlak, de motor zoemde gelijkmatig en er was heel weinig verkeer. Je was je intens bewust van het landschap, van af en toe voorbij rijdende auto's, van verkeersborden, de helderblauwe lucht en van het lichaam dat daar in de auto zat; maar de geest was heel stil.
Het was niet een rust als na uitputting of bij ontspanning, maar een stil zijn dat heel waakzaam was. Ook al werd er af en toe een woord gewisseld, die stilte werd daar niet door aangetast. Terwijl de auto voortsnelde, hoorde je het geloei van de wind; toch was die stilte één met de geluiden van de wind en van de auto en met de woorden die we spraken. Er was geen herinnering aan eerdere rusttoestanden, aan stilte die de geest in het verleden had gekend; hij zei niet: 'Dit is stilte.' Het was niet zo dat er iets verwoord werd, wat trouwens niet meer is dan herkennen en bevestigen van een enigszins gelijke ervaring.
Omdat er niets verwoord werd, was het denken buiten werking. Er werd niets vastgelegd en dus kon het denken deze stilte niet aangrijpen om zich er gedachten over te vormen; want het woord 'stilte' is geen stilte. Er vond geen proces van verzamelen plaats. De geest was volledig buiten werking.
Krishnamurti
Reacties