vervolging 2

Het verwonderlijke is echter dat er een reden is tot grote vreugde. Natuurlijk krijgt men vijanden op deze weg. Hoe kan het ook anders! Men kan niemand méér ergeren dan in een rijk te geloven dat niet van deze wereld is. Als men dit rijk gevonden heeft, staat het als een rots temidden van de branding en de hoge zeeën van het dagelijks leven. Want de wereld zegt: als hij dan niet met deze wereld tevreden is, wat doet hij dan hier? Maar er zijn in deze tijd miljoenen mensen die niet met deze wereld tevreden zijn en innig naar een betere verlangen. Wie is er eigenlijk nog, aan wie deze wereld redenen tot grote tevredenheid en vreugde biedt?

Hoe kan men tevreden zijn met een werelds bestaan als men zich in zijn achterhoofd niet van de gedachte vrij kan maken, dat er miljoenen zijn die honger lijden en in de erbarmelijkste onstandigheden leven en bloot staan aan geweld en vervolging. Nog niet eens omdat zij van een andere gezindheid zijn dan hun medemensen, maar omdat zij op hun wijze aanspraak willen maken op een redelijk leven. Hoe kan men zich troosten met de idee dat wij het nog zo kwaad niet hebben, terwijl er ontelbaren zijn, die er veel erger aan toe zijn, die liggen te vergaan en die omkomen als een dier, zonder dat iemand er eigenlijk naar omkijkt.
Wat is dat voor een wereld om daar zo trots op te zijn en zich daarvoor op de borst te slaan en dan nog tijd te vinden andere mensen te vervolgen, omdat zij slechts het ware leven zoeken waarin hel en dood zijn overwonnen.

Want dit is het kenmerk van het ware leven: dat er een grote vreugde heerst in de overwinning van het gebrek, dat de mens voor zich moet lijden, welk gebrek dit dan ook is. Grote vreugde in de ontdekking van een onaantastbaarheid in het bewustzijn dat opkomt uit het diepst innerlijke leven en waardoor hij of zij die het kent, opgeheven en gered wordt in een toestand die deze mens voor eeuwig heeft verworven en die hem nooit en nooit meer zal verlaten.
Dit betekent alleen dat ieder mens die waarlijk wil en de waarheid liefheeft die hem vrij kan maken, in het bezit gesteld wordt van de eigen oorspronkelijkheid, zodat hij deze herkent als zijn eigen zijn en zijn onvervreemdbaar eigendom.

Onvervreemdbaar omdat het nog altijd het eigene is en de wijze waarop hij het verlaten heeft en ontkend, voortgekomen is uit eigen dwaling en de keuze daarvan. Immers een ieder mens heeft de vrijheid tot dwaling en menigeen schijnt daar ruimschoots gebruik van gemaakt te hebben, waardoor hij tenslotte klaagt, dat het leven een doolhof en een verwarring is. Is het dan niet een reden tot grote vreugde, wanneer men in zich zijn wanhopige wereld kan verlaten, een wereld waar niemand mee gediend iks, en men zich wederom in het bezit kan stellen van zijn eeuwig erfdeel? Dat men alles wat hem wil vervolgen: de dood en alle kwellingen en alle smaad en vernietiging, die hij op zijn weg ontmoet, voor eeuwig en altijd van het vergif en de venijnige ziekmakende kracht kan ontdoen. Is hem, de leerling van goeden wille, niet de macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden? Ja, hij zou zelfs vergif drinken en het zal hem niet deren.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=PQI5G2S6

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN