het innerlijke vuur afsluiting

De bewustzijnszones ontstaan, doordat het licht in den beginne van zeer hoge stralings en trillingsfrequentie, de aardse en lichamelijke contreien nadert, waardoor ogenschijnlijk verschillende lichtsferen ontstaan waarvan de werkzaamheid wel geremd schijnt te worden door de dichtheid der materie die doordrongen moet worden. Het uiterste, hoogste, diepste en innigste punt van bewustzijn is het snelst werkend als een aldoordringende en alomvattende intelligentie, die zich verwijdend en verspreidend aan de lager gelegen zones mededeelt.
Wij kunnen deze lichtkringen in ons werkzaam leren beleven, niet omdat wij de zg lagere en tenslotte de materiële wereld de rug toekeren. Intendeel, alle kringen zijn levenskringen en des te sterker, naarmate de drager ervan al meer en meer naar de wereld toe leeft. De zon schijnt naar de aarde toe en haar bestaan zou voor de aarde geen zin hebben (menselijk gesproken), indien ze dat niet deed.

Wij mensen leven hier op de wereld merendeels zonder licht en daardoor zonder leven. Het leven dat we leiden doen we in een verdord en verdoofd bestaan waarin we slecht kunnen zien en horen. Naarmate een mens steeds meer het vermoeden krijgt, dat het innerlijke leven het eigenlijk bewuste en ware leven is, ontdekt hij ook meer zijn ontbondenheid en daardoor een grotere vrijheid en een nieuwe levensvorming.
Dit ontwikkelingsproces heeft het aardse leven als voorwaarde en onderpand nodig. Hoe tragisch het aanvankelijk ook verloopt, toch leert de mens in de nood zijn verheffingskracht kennen die tot zelfoverwinning leidt. De vorming naar ons innerlijk goddelijk patroon heeft als heerschappij plaats in de aardse zones. Hoe aardser de uitdrukking wordt, des te grootser verschijnt ons de goddelijke schepping in de mens. Deze schepping maakt hemel en aarde één.

Als wij de subtiele schoonheid zien van een bloem, zijn de expressies hiervan mogelijk door aardse substanties. Wij zijn geneigd over hemels-schone bloemen te spreken, hoewel het hemelse dan toch maar in het kleed der aarde ons tegemoet komt. Dat is de zegepraal van het licht in de bloem. De lichtintelligentie van de bloem heeft zich in het kleed der aarde geopenbaard. Aanschouw dus de leliën des velds.
Aldus ontdekken we op weg naar het licht van ons bewustzijn meer en meer het zelfbesef dat inleidt tot godsbesef. Dit proces hebben we mede te danken aan de wereld waarin wij leven en waarover de mens in zich geleidelijk leert zegevieren. Op die wijze naderen we het licht zonder zijn oneindige bron ooit te bereiken. Wij treden het vuur in en worden daardoor verteerd en herboren, altijd weer opnieuw, oneindig omgezet en gelouterd, steeds naar de aarde toegewend, omdat we onlosmakelijk met het mensheidgeheel blijven verbonden. Het is dus wel begrijpelijk: 'Wie mij nabij is, is het vuur nabij en wie ver van mij is, is ver van het koninkrijk.'


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=I4438Z20

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE