het Heilige 1
Jezus zeide: Geef het heilige de honden niet, opdat ze het niet werpen op de mesthoop. Werp de zwijnen geen paarlen toe, opdat zij het niet maken...
Is het heilige niet het onaantastbare, dat niet gegrepen worden kan door het brein, dat hond noch zwijn vermag te herkennen en dat zich niet aan de animale functies der aardse natuur vermag te openbaren, of het wordt tot volkomen zinloosheid voor die functies. En komt daaruit nu juist niet die eigenaardige vijandschap voort die tenslotte tot de verzuchting leidt: Vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen.
Moet het vergankelijke leven het onvergankelijk heilige niet in het bijzonder haten, juist omdat alle driften van het zelfbehoud die zich tot het uiterste tot trouw aan het vergankelijke leven blijven inspannen, zich wel tot een machige verschijning kunnen opwerpen om zich op het heilige te wreken? Wat niet gezien wordt, niet gekend, maar alleen maar gevreesd, omdat het vergankelijke leven op het spel staat? Wat moeten de mensen met het heilige beginnen? Het is hun eigen toeverlaat en zij zien het niet. Zij zullen het nooit herkennen, indien ze niet ophouden bevreesd te zijn voor de dood en alles wat daarmede samenhangt.
Het heilige vindt men door zich te willen schenken, altijd weer en altijd weer, en zich te vergeten voor wat men liefheeft, ja er zich geheel voor te durven verliezen. Dat is het kenmerk ervan. En ik vraag mij af: waarom dan bevreesd te zijn voor de honden en de zwijnen? Jezus was het toch ook niet? Niemand kan het heilige toch werkelijk ontheiligen! En wat komt het er op aan te moeten lijden voor wat men toegedaan is met geheel zijn hart en geheel zijn leven?
Trouwens, wat betekent dat eigenlijk? Is de kracht van het heilige immers juist niet zo groot, dat het het leed in ieder geval vermag te dragen? Wanneer het ondraaglijk is geworden, zal men eraan te gronde gaan. Van wat voor belang is echter dit te gronde gaan, als dood noch hel het heilige vermag aan te tasten? Daardoor komt een mens juist tot de ervaring, dat er niets te vernietigen is! De gloed en de kracht en het licht kunnen niet uitgeblust worden, ook al vermogen de gesluierde ogen en de verblindheid der angstvalligen het nooit en te nimmer waar te nemen. De essentie van het leven kan niet vernietigd worden.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=B0H3C8BL
Is het heilige niet het onaantastbare, dat niet gegrepen worden kan door het brein, dat hond noch zwijn vermag te herkennen en dat zich niet aan de animale functies der aardse natuur vermag te openbaren, of het wordt tot volkomen zinloosheid voor die functies. En komt daaruit nu juist niet die eigenaardige vijandschap voort die tenslotte tot de verzuchting leidt: Vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen.
Moet het vergankelijke leven het onvergankelijk heilige niet in het bijzonder haten, juist omdat alle driften van het zelfbehoud die zich tot het uiterste tot trouw aan het vergankelijke leven blijven inspannen, zich wel tot een machige verschijning kunnen opwerpen om zich op het heilige te wreken? Wat niet gezien wordt, niet gekend, maar alleen maar gevreesd, omdat het vergankelijke leven op het spel staat? Wat moeten de mensen met het heilige beginnen? Het is hun eigen toeverlaat en zij zien het niet. Zij zullen het nooit herkennen, indien ze niet ophouden bevreesd te zijn voor de dood en alles wat daarmede samenhangt.
Het heilige vindt men door zich te willen schenken, altijd weer en altijd weer, en zich te vergeten voor wat men liefheeft, ja er zich geheel voor te durven verliezen. Dat is het kenmerk ervan. En ik vraag mij af: waarom dan bevreesd te zijn voor de honden en de zwijnen? Jezus was het toch ook niet? Niemand kan het heilige toch werkelijk ontheiligen! En wat komt het er op aan te moeten lijden voor wat men toegedaan is met geheel zijn hart en geheel zijn leven?
Trouwens, wat betekent dat eigenlijk? Is de kracht van het heilige immers juist niet zo groot, dat het het leed in ieder geval vermag te dragen? Wanneer het ondraaglijk is geworden, zal men eraan te gronde gaan. Van wat voor belang is echter dit te gronde gaan, als dood noch hel het heilige vermag aan te tasten? Daardoor komt een mens juist tot de ervaring, dat er niets te vernietigen is! De gloed en de kracht en het licht kunnen niet uitgeblust worden, ook al vermogen de gesluierde ogen en de verblindheid der angstvalligen het nooit en te nimmer waar te nemen. De essentie van het leven kan niet vernietigd worden.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=B0H3C8BL
Reacties