het verloren schaap afsluiting
Wereld, mens, noch kind kan werkelijk leven zonder het Ene en de kracht van het Ene, dat in ieder van ons is, in ieder kind, in ieder mens, man of vrouw. De herder weet het. Hij weet het en gelooft het en komt niet eerder terug of hij moet Het gevonden hebben. Het, Dat Ik is, Mij. De herder is niet de honderste, hij is de verantwoordelijke mens, die zegt: Ik moet die ene vinden, die weggelopen is.
"Weggelopen' is natuurlijk niet waar. Hij, die de grootste is, is niet weggelopen, is niet verdwaald. De negenennegentig waren weggelopen. De mens is weggelopen met alles en alles. Behalve het Ene. Dat heeft hij laten staan. Hij zegt: 'Ik red me best zonder het Ene. Ik weet zelfs niet waar je het over hebt'. Hij weet niet meer dat het niet gaat zonder de Ene. Als hij dat wat hij is naar oorsprong en waarheid, niet in zijn bewustzijn betrekt, komt hij onder het gezag van krachten buiten hem. Hij raakt zijn eigen gezag kwijt. Hij zegt: We doen het best in de wereld: Ieder voor zich en God voor ons allen. En hij weet niet dat het Ene het innerlijkste is, het Zelf, het onaantastbare, dat wat hij Zelf is. Het Ik in hem en het Mij in u. En de herder gaat zoeken naar het verloren woord, naar het innerlijke leven, naar Mij. Dat is niet een persoon, maar een Zijn. Het 'daar', waar je bent.
Zonder dat innerlijke leven kun je niets doen. Als we dat niet hebben, wordt ons het uiterlijke leven ontnomen. Van de 99 blijft niets over dan hun vermenigvuldiging in een onafzienbare stroom. Het is legio zonder het ene. Het is alleen het uiterlijke, het zichtbare en tegelijk onafzienbare.
Als de herder de honderste niet vindt, Hij die volledig maakt, dan is er voor hem niets meer te herderen. Dan matigt hij zich geweld aan, geweld als dictatuur. Hij zal zich meester maken van de rede en het woord der 99. En met het geweld zal hij vrees aanjagen en zeggen: Ik gebruik het geweld der rede en daaraan hebben jullie te gehoorzamen. Want de dictatuur misbruikt zelfs de rede en verkracht haar op die wijze. En zo krijgen de 99 precies wat zij hebben willen.
De honderste stelt de herder in staat de kudde te leiden en haar naar grazige weiden te voeren. De kudde is miljoenen mensen, die ieder voor zich niet meer weten dat zij de ware leider, het 'Ik in u' verloren hebben. Het is bijna niet meer in hun herinnering terug te brengen, het enige dat een ieder van de miljoenen in staat stelt de heerschappij over de eigen kudde te aanvaarden en haar ter overwinning te leiden. En toch heet dit: Zelfoverwinning.
Zonder mij kunt ge niets doen. Zoek mij en vind Mij en ge zult tot zuil worden in de tempel, ge zult van de tweede dood geen schade lijden, ge zult bekleed worden met witte klederen en alles wat ge behoeft, zult ge in Mijn naam ontvangen. Maar gij zijt het Zelf, die Mij vinden moet en geen ander. Op die wijze wordt ieder mens zijn eigen herder en keert hij niet eerder tot de 99 terug, voordat hij de honderste heeft terug gevonden. Er is maar een mogelijkheid: Heb Hem meer lief dan de 99... En honderd is het Koninkrijk.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
"Weggelopen' is natuurlijk niet waar. Hij, die de grootste is, is niet weggelopen, is niet verdwaald. De negenennegentig waren weggelopen. De mens is weggelopen met alles en alles. Behalve het Ene. Dat heeft hij laten staan. Hij zegt: 'Ik red me best zonder het Ene. Ik weet zelfs niet waar je het over hebt'. Hij weet niet meer dat het niet gaat zonder de Ene. Als hij dat wat hij is naar oorsprong en waarheid, niet in zijn bewustzijn betrekt, komt hij onder het gezag van krachten buiten hem. Hij raakt zijn eigen gezag kwijt. Hij zegt: We doen het best in de wereld: Ieder voor zich en God voor ons allen. En hij weet niet dat het Ene het innerlijkste is, het Zelf, het onaantastbare, dat wat hij Zelf is. Het Ik in hem en het Mij in u. En de herder gaat zoeken naar het verloren woord, naar het innerlijke leven, naar Mij. Dat is niet een persoon, maar een Zijn. Het 'daar', waar je bent.
Zonder dat innerlijke leven kun je niets doen. Als we dat niet hebben, wordt ons het uiterlijke leven ontnomen. Van de 99 blijft niets over dan hun vermenigvuldiging in een onafzienbare stroom. Het is legio zonder het ene. Het is alleen het uiterlijke, het zichtbare en tegelijk onafzienbare.
Als de herder de honderste niet vindt, Hij die volledig maakt, dan is er voor hem niets meer te herderen. Dan matigt hij zich geweld aan, geweld als dictatuur. Hij zal zich meester maken van de rede en het woord der 99. En met het geweld zal hij vrees aanjagen en zeggen: Ik gebruik het geweld der rede en daaraan hebben jullie te gehoorzamen. Want de dictatuur misbruikt zelfs de rede en verkracht haar op die wijze. En zo krijgen de 99 precies wat zij hebben willen.
De honderste stelt de herder in staat de kudde te leiden en haar naar grazige weiden te voeren. De kudde is miljoenen mensen, die ieder voor zich niet meer weten dat zij de ware leider, het 'Ik in u' verloren hebben. Het is bijna niet meer in hun herinnering terug te brengen, het enige dat een ieder van de miljoenen in staat stelt de heerschappij over de eigen kudde te aanvaarden en haar ter overwinning te leiden. En toch heet dit: Zelfoverwinning.
Zonder mij kunt ge niets doen. Zoek mij en vind Mij en ge zult tot zuil worden in de tempel, ge zult van de tweede dood geen schade lijden, ge zult bekleed worden met witte klederen en alles wat ge behoeft, zult ge in Mijn naam ontvangen. Maar gij zijt het Zelf, die Mij vinden moet en geen ander. Op die wijze wordt ieder mens zijn eigen herder en keert hij niet eerder tot de 99 terug, voordat hij de honderste heeft terug gevonden. Er is maar een mogelijkheid: Heb Hem meer lief dan de 99... En honderd is het Koninkrijk.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties