oorspronkelijke menselijkheid 1

Lao Tse zegt: 'Naamloos is het de moeder van alle dingen'.
Wat drijft ons ertoe steeds maar weer over dat naamloze te spreken? Altijd datzelfde beleven in een ononderbroken vloeien en stromen waarvan je wilt dat het je helemaal doorlicht en doorwerkt als een diepe oerkracht, een oor-zaak uit zichzelve en waarop je tegelijk kunt toezien in welk een vorm als woord het zichzelf spreekt. Het is onmeetbaar en nauwelijks te grijpen. Het is een eigen zijn, maar een stromend, bewegend zijn en hoe meer je er naar luistert, des te stiller wordt het.
Waarom ben je geneigd het 'ons aller afkomst' te noemen?
Het is niet mogelijk hier te spreken van 'mijn'. Een welbron die niet particulier is en daarom wordt de drang begrijpelijk het te zeggen of te schrijven of... te zwijgen.

Het uiterst subtiele en tegelijk aldoordringende van buiten naar binnen en van binnen naar buiten. Al je zintuiglijkheid verenigt zich in dit aanschouwbare, gevoelbare, hoorbare en zichtbare. Ja, te tasten is het zoals in helder stromende beken het fijne groen op de bodem zich meebeweegt, daarin groeit en leeft en tegelijk ervan omringd, omweefd en omstild wordt.
Waarom het een naam geven? Omdat het onuitspreekbaar is? Omdat het door een woord niet te onderbreken is? Omdat het uit zich altijd blijvend is en tegelijk zichzelf in ruimte en tijd vorm verschaft terwijl het zelf niet aan vorm beantwoordt? Geven wij mensen vorm aan het ongevormde?

Willen wij grijpen wat ongrijpbaar is? De heerlijkheid van het leven ademen terwijl we het toch niet 'in kunnen houden'? We noemen het licht, oorsprong, oer-zijn, een werkend eeuwig zijn dat door het mensdom pulseert en dringt of het dompelt in stilte en eeuwigheid en waarvan we in diepste eerbied aanschouwen dat alle geschapenheden er inwonend zijn.
Wie en wat zijn wij mensen dat het onnoembare zich woning kan verschaffen in de ziel en zich daar voor altijd richtlijnen schept? Deze formeren zich in ieder mensenkind op geheel eigen wijze tot een lichtgestalte in een niet uit te wissen noch te doorbreken aanwezigheid, uit een substantie die van geen wijken weet en alles doorstaan kan, waar ter wereld ook, in welk een situatie zij zich ook moge bevinden.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=CBFSY8R1

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE