17-3-41 centrum

Mijn centrum wordt met de dag steviger. Vroeger was ik, met al mijn krachtdadige, goed gefundeerde theorieen, toch maar een fladderend, onzeker vogeltje. En nu is er daar binnen in me dat centrum van kracht, dat ook kracht naar buiten uitstraalt, dat voel ik, ook aan de reacties van m'n medemensen op mij.
En dit heeft niets te maken met geintroverteerdheid. Die kracht zit van binnen, een klein, besloten centrum op zichzelf, waar ik me soms even helemaal op terugtrek, als de buitenwereld me voor een moment te rumoerig is, maar voor de rest zijn al mijn zintuigen intens gericht op de werkelijkheid buiten me en wat ze daar waarnemen voeren ze naar het centrum, dat door iedere nieuwe indruk ahw versterkt wordt.
Terwijl ik vroeger inderdaad door alle indrukken van buiten onrustig en onzeker gemaakt werd. Toen had ik steeds te kiezen tussen 2 toestanden, die hevig met elkaar in afwisseling waren: een toestand van volslagen afgetrokkenheid van de buitenwereld, een innerlijke harmonie, haast te mooi om waar te zijn, zo broos en zo teer en kapot bij de minste aanraking van buiten of een toestand van gejaagdheid en opgevreten worden en van m'n apropos en zekerheid gebracht worden door alles, al was het maar door het lezen van een feuilleton of de mooie benen van een voorbijlopende juffrouw; door zulke benen, omdat ik die niet had n.l. al vallen ze nog wel mee, vond ik dan mijn hele studie opeens waardeloos, dat ik niet van die volmaakte benen had maakte me dan zo neerslachtig dat de vreugde van het werk even weg was en het kostte dus weer energie er weer in te komen.
En nu moet ik zorgen dat ik genoeg slaap krijg, dat hoort ook bij het hygienische leven. Morgen verder, goejenacht!

Etty Hillesum

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE