27-9-73 religie

Het was een vervallen tempel met dakloze lange gangen, poorten, beelden zonder hoofd en verlaten binnenplaatsen. Het was een heiligdom geworden voor vogels en apen, papegaaien en duiven. Enkele van de onthoofde beelden waren nog steeds van een massieve schoonheid; ze hadden een stille waardigheid. De hele plek was verbazingwekkend schoon en je kon op de grond zitten om naar de apen en de kwetterende vogels te kijken. Eens, heel lang geleden, moet de tempel een bloeiend oord zijn geweest met duizenden tempelgangers, bloemenkransen, wierook en gebeden. De atmosfeer ervan hing er nog steeds, de hoop, angsten en devotie. Het heiligdom was al lang geleden in verval geraakt. Op dit moment vertrokken de apen omdat het heet werd, maar de papegaaien en duiven hadden nesten in gaten en spleten in de hoge muren.

Religie is tot bijgeloof en beeldendienst geworden, geloof en ritueel. Het heeft de schoonheid van waarheid verloren, wierook heeft de plaats van de realiteit ingenomen. In plaats van direkte waarneming is het beeld gekomen, vervormd door de hand of door de geest. Het enige waar het om gaat bij religie is de totale transformatie van de mens. Het hele daar omheen opgetrokken circus is onzin. Daarom kan de Waarheid in geen enkele tempel, kerk of moskee, worden gevonden, hoe mooi deze ook zijn. De schoonheid van Waarheid en de schoonheid van een steen zijn twee verschillende dingen. De een opent de deur naar het onmetelijke en de ander naar de gevangenschap van de mens, de een leidt naar vrijheid, de ander naar slavernij van denken. Kennis is op het gebied van handelen noodzakelijk om efficient en objectief te kunnen funktioneren, maar kennis is niet het middel om mensen te transformeren.

De papegaaien krijsten en fladderen die morgen om de tamerinde heen; ze begonnen al vroeg met hun rusteloze gedoe, hun komen en gaan. Ze leken heldere strepen groen met sterke, rode gekromde snavels. Ze leken nooit rechtuit te vliegen, maar altijd te zigzaggen, onophoudelijk krijsend. Af en toe streken ze neer op de leuning van de veranda; dan kon je ze gadeslaan, maar niet lang. Dan verdwenen ze weer met hun vreemde, luidruchtige manier van vliegen. Hun enige vijand scheen de mens te zijn. Hij stopt ze in een kooi.


Krishnamurti

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS