geen keuze uit roman de Golem
Onbeweeglijk strekte het schepsel zijn hand naar mij uit. Er lagen kleine
korrels in. Ter grootte van een boon, rood met zwarte stippels aan de rand. Wat
moest ik daarmee? Ik voelde vaag, dat een reusachtige verantwoordelijkheid op
mij rustte - een verantwoordelijkheid, die ver uitging boven al het aardse - als
ik nu niet het juiste deed. Twee weegschalen, elk beladen met de helft van het
heelal zweven ergens in het rijk der oorzaken, vermoedde ik - en die waarop ik
een stofje wierp, zou doorslaan tot op de grond. Dat was het vreselijke loeren
om me heen! Begreep ik. "Geen vinger verroeren!" raadde mij mijn verstand, - "
ook al zou de dood nog in geen eeuwigheid komen om me uit deze kwelling te
verlossen." Ook dan zou je, je keuze gedaan hebben: je zou de korrels geweigerd
hebben, fluisterde het in me.
Hier is geen terug. Ik keek om me heen om hulp te zoeken, of ik geen teken zou krijgen wat ik doen moest. Niets. Ook in mij geen raad, geen inval - alles dood, gestorven. Het leven van myriaden mensen weegt in dit ogenblik licht als een veer, begreep ik. Mensengelaten trokken in lange rijen langs me heen. De ogen toegedrukt - starre dodenmaskers: mijn eigen geslacht, mijn eigen voorvaderen. Steeds met dezelfde schedelvorm, al scheen het type ook te wisselen, stond het uit zijn groeven op - door de eeuwen heen, tot de trekken mij steeds bekender werden en in een laatste gelaat samenvloeiden: het gelaat van de Golem, waarmee de keten van mijn voorvaderen afbrak.
Gustav Meyrink
Hier is geen terug. Ik keek om me heen om hulp te zoeken, of ik geen teken zou krijgen wat ik doen moest. Niets. Ook in mij geen raad, geen inval - alles dood, gestorven. Het leven van myriaden mensen weegt in dit ogenblik licht als een veer, begreep ik. Mensengelaten trokken in lange rijen langs me heen. De ogen toegedrukt - starre dodenmaskers: mijn eigen geslacht, mijn eigen voorvaderen. Steeds met dezelfde schedelvorm, al scheen het type ook te wisselen, stond het uit zijn groeven op - door de eeuwen heen, tot de trekken mij steeds bekender werden en in een laatste gelaat samenvloeiden: het gelaat van de Golem, waarmee de keten van mijn voorvaderen afbrak.
Gustav Meyrink
Reacties