arm en rijk uit roman het Groene Gezicht

Zeker! Als ik arm was, zou ik in een kamer moeten wonen die onder de luis zat. Als ik dat nu vrijwillig zou doen, zou dat betekenen de onnatuurlijkheid ten top voeren. Het lot moet er toch iets mee bedoeld hebben dat het mij rijk op de wereld heeft laten komen? Mij belonen voor iets dat ik in mijn vorig leven gedaan heb, en om het maar zo te zeggen, vergeten ben? Dat riekt mij teveel naar theosofisch gezwam. Het is volgens mij het meest waarschijnlijk dat het mij de grootse taak oplegt mij net zo lang aan de zoetigheden van het leven te overeten tot ik er genoeg van krijg en voor de afwisseling weer naar hard brood ga verlangen.
Mijn geld aan anderen geven? Alsjeblieft, onmiddellijk; maar vóór ik dat doe moet ik eerst inzien waarom. Alleen omdat het in zoveel dikke, waardeloze boeken staat? Nee! En in het socialistische motto: 'Ga jij weg en laat mij op jouw plaats zitten', daar trap ik niet in. Moet ik soms aan iemand die een bittere medicijn nodig heeft een zoet drankje geven? Knoeien met het lot: dat ontbrak er nog maar aan!

Gustav Meyrink

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN