gevolg vh bevel uit roman het Groene Gezicht

Alles wat ze deed gebeurde met dezelfde vanzelfsprekendheid als vroeger en toch kwam het haar nieuw en ongewoon voor, alsof haar handen, haar ogen en haar hele lichaam nog slechts werktuigen waren en niet meer onlosmakelijk verbonden met haar ik. Zij had het gevoel alsof ze tegelijkertijd in een ver verwijderd oord, ergens in het heelal, een tweede, onbewust, nog niet volledig ontwaakt leven leidde, als kind dat pas was geboren. Het kwam haar voor alsof de dingen in de kamer in wezen niets meer verschilden van haar eigen organen; beide waren gebruiksvoorwerpen voor de wil, verder niets.
Het was haar te moede als een blinde, die tot dusver niets dan duistere nacht heeft gekend en in wiens hart alle vreugden die hij ooit heeft beleefd, verbleken in het vooruitzicht dat eenmaal het uur zal komen - zij het wellicht laat en na langdurig, smartelijk lijden - dat hem het licht der ogen zal schenken.

Zij trachtte tot klaarheid te komen over de vraag of het alleen de afstand tussen het zo-even beleefde en de aardse dingen was die haar de buitenwereld plotseling zo ondergeschikt deed lijken, en ze kwam tot de ontdekking dat alles wat ze nu met haar zintuigen waarnam bijna als een droom aan haar voorbijgleed, een droom die, of hij nu smartelijk was dan wel vreugdevol, voor het ontwaakte ik toch steeds slechts een schouwspel bleef, zonder diepere betekenis. Achter alles wat ze deed ging een bijna doodse rust schuil. Ze zag de toekomst als een ondoordringbare duisternis en toch was ze zo gelijkmoedig als een die weet dat het schip van zijn leven voor anker ligt, en die de komende morgen gelaten afwacht, onbevreesd voor de stormen die de nacht misschien nog zal brengen.
Zij greep pen en papier om haar geliefde een brief te schrijven, maar kwam niet verder dan de eerste regel. De innerlijke zekerheid dat alles wat ze nu uit eigen wil begon tevergeefs was, en dat het nog eerder mogelijk was een afgevuurde kogel in zijn loop te stuiten dan de mysterieuze macht in wier handen zij haar lot had gelegd, te beteugelen, verlamde al haar besluitvaardigheid.


Gustav Meyrink

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN