de inwonende God
Eckehart richt de blik van de zoeker niet naar buiten, in de verte, doch naar
binnen, in de eigen ziel. De oerbron van alle leven vinden wij in onszelf;
alleen via die bron komen wij tot beleven van onze wezenseenheid met de
werelden. Met andere woorden: Wanneer wij ons ineigen zelf vinden, hebben wij
God en alles gevonden. Daarom moeten zij onszelf tot een weg worden, moeten wij
tot ons ineigen en innerlijkste zijn terugkeren, opdat wij ontwaken tot het
hogere leven dat kenmerkend is voor hen die ontwaakt zijn tot het kosmisch
bewustzijn en de vereniging met het Al.
Eckehart is de consequente verkondiger van het bestaan van een in de ziel aanwezige macht en kracht, die deel uitmaakt van de Alkracht en waarin onuitputtelijke rijkdommen en mogelijkheden kunnen ontkiemen. Steeds wanneer wij, ondanks onzekerheden, noden en zorgen, het vertrouwen in de hogere kosmische macht in ons laten oplichten, en tegenspoeden met de glimlach van de overwinnaar tegemoet treden, stroomt deze innerlijke krachtbron rijkelijker, doet zij onze weerstand afnemen en onze verborgen grootheid nóg meer openbaar worden. De God tot wie Eckehart ons voert, is geen wezen buiten de mens, aan gene zijde, bovenaards, doch een geest van de innerlijke wereld, die wij in onze diepste ziel beroeren en waarmee wij onlosmakelijk één zijn. Hij is het "vonkje in het diepst van de ziel" dat ons verbindt met het oneindige.
K.O. Schmidt
Eckehart is de consequente verkondiger van het bestaan van een in de ziel aanwezige macht en kracht, die deel uitmaakt van de Alkracht en waarin onuitputtelijke rijkdommen en mogelijkheden kunnen ontkiemen. Steeds wanneer wij, ondanks onzekerheden, noden en zorgen, het vertrouwen in de hogere kosmische macht in ons laten oplichten, en tegenspoeden met de glimlach van de overwinnaar tegemoet treden, stroomt deze innerlijke krachtbron rijkelijker, doet zij onze weerstand afnemen en onze verborgen grootheid nóg meer openbaar worden. De God tot wie Eckehart ons voert, is geen wezen buiten de mens, aan gene zijde, bovenaards, doch een geest van de innerlijke wereld, die wij in onze diepste ziel beroeren en waarmee wij onlosmakelijk één zijn. Hij is het "vonkje in het diepst van de ziel" dat ons verbindt met het oneindige.
K.O. Schmidt
Reacties